1. Inleiding
Bij Westervoort, waar de IJssel de Rijn verlaat en naar het
noorden het IJsselmeer zoekt, lagen pal naast elkaar drie stalen
bruggen over de IJssel. Een tweetal enkelspoorbruggen en een
verkeersbrug. De westoever van de rivier werd in mei 1940 door de
Nederlanders verdedigd. Het geheel aan stellingen en versterkingen
vormden het zuidelijkste deel van de IJssellinie.
De bruggen waren versperd, ondermijnd en bovendien door zware rivierkazematten beveiligd. Langs de westoever lag Nederlandse infanterie, ten dele in betonnen versterkingen. De verdediging had licht infanterie- en antitankgeschut, dat ten dele modern was, ter beschikking, naast de gewone infanteriewapens. Het oude fort Westervoort had zelf geen actieve verdedigingsfunctie meer.
2. Aanvalsplan
De intacte verovering van de bruggen bij Westervoort vormde een
belangrijk doel in het Duitse aanvalsplan. De Duitsers hadden de
bedoeling om met een overvalploeg, gecombineerd met een gepantserde
trein, de verdediging bij verrassing te overrompelen. Wanneer de
Duitsers erin zouden slagen om de bruggen ongeschonden te veroveren
dan zou dat een snelle doorstoot naar de Grebbelinie mogelijk maken.
De Duitsers zouden, behoudens met een pantsertrein en voorafgaande overvalploeg, opereren met het Oostenrijkse Waffen-SS regiment Der Fuhrer. Een ca. 3.500 man sterke zelfstandig en gemotoriseerd infanterieregiment, dat als stoottroep voor de 207e Infanterie Division diende. Het door de Duitsers gekozen aanvalstijdstip om de Hollandse grenzen over te trekken was 3:55 uur Nederlandse (5:35 Duitse) tijd. De afstand van grens tot Westervoort bedroeg slechts zo'n 20 km.
"Man voor man levert dan zijn wapens in. Ik gelast dan, dat de woordvoerder zijn mensen laat richten en hij commandeert "Zwei Gelid". Er is nu geen twijfel meer mogelijk. Wij hebben te doen met Duitse soldaten in Hollands uniform. De Duitse handleiding op een lichtkogel geeft mij zekerheid daaromtrent. De helmen blijken van karton te zijn.", Sergeant Kaspers.
3. De
mislukte overval op de bruggen
De voor Westervoort bedoelde
Duitse stoottroep werd door een Hollandse grenspatrouille van 22e
Grensbataljon (22 G.B.) bij Didam aangehouden nog voor het
officiele invasietijdstip. De groep bestond uit zo'n achtentwintig
als Hollanders verklede Duitsers. Deze arrestatie verijdelde vrijwel
zeker een heimelijke overval op de bruggen bij Westervoort.
4. Pantsertrein
De
Duitse pantsertrein passeerde op exact het invasietijdstip de
Nederlandse grens en stond ongeveer om 4.15 uur voor de laatste
versperring op de Westervoortse spoorbrug. Tussen Duitsers uit de
trein, die werden ondersteund door het treingeschut, en de
verdediging brak een levendig vuurgevecht uit, waarbij de
pantsertrein zware schade opliep door de pantserbrekende munitie van
het antitankgeschut van de politietroepen. Om 4.45 uur blies men de
bruggen op die daarop met daverend geweld in de rivier stortten.
5. Fort
Westervoort uitgeschakeld
De verdedigingswerken op het Fort werden vervolgens onder vuur genomen.
De verdediging verloor stapsgewijs haar vuurkracht; eerst het stuk
8-staal dat na 8 schoten onbruikbaar werd, daarna het Rivierkazemat
Noord dat om 5.15 uur was uitgeschakeld en het kazemat Zuid rond 6.30
uur. De houten barakken op het terreplein stonden op dat moment in
lichterlaaie, de onoverdekte loopgraven voor geweerschutters waren
ontruimd, en ook de S3 kazematten op de noordoostelijke en
zuidoostelijke punten van het fort vuurden niet meer. De facto was de
gevechtskracht van het Fort vanaf ongeveer 6.30 uur (8.10 uur Duitse
tijd) vrijwel nihil. Het was een prelude op wat onvermijdelijk was:
de Duitse oversteek van de rivier.
6. Voorbereiding
op de oversteek
Intussen waren nieuwe Duitse eenheden van het
SS-regiment in Westervoort gearriveerd en ook werd aan de oostzijde
artillerie aangevoerd. Het 3e Bataljon van Der Fuhrer
(III./SSDF) was als voorste formatie aangewezen, versterkt met
pionieren van de 16e Kompanie SS-Der Fuhrer (16./SSDF) en
bereikte rond 5:30 uur met zijn voorste compagnie de IJssel. Achter
hen werden de 10,5 cm houwitsers van 2e Abteilung SS
Artillerie-Regiment (II./SS.AR) en de vier 15 cm houwitsers van
11e Batterie 256e Artillerie-Regiment (11./AR.256) snel in
stelling gebracht en gereed gemaakt om een gewelddadige oversteek van
de rivier te kunnen voorbereiden en dekken.
Kort voordat de manschappen van de 11. en 16./SSDF met de boten naar de rivier zouden stormen, werd een intensief onderdrukkend artillerie- en infanterievuur op de Nederlandse defensie afgegeven, zodat vrijwel geen verdediger het aandurfde om zijn wapen te richten.
7. De
oversteek
Terwijl
het artillerievuur naar het tweede echelon werd verlegd, slaagde rond
9.15 uur 11./SSDF erin om met hun boten de rivier te bereiken en de
oversteek in te zetten. Tijdens deze manoeuvre sneuvelde de
aanvoerder van de 11./SSDF Hauptsturmfuhrer Edmund
Kuttelwascher. En met hem viel nog menig andere aanvaller ten prooi
aan het Nederlandse vuur dat men toch niet geheel had kunnen
onderdrukken. Enige boten slaagden erin om de overzijde te halen. De
inzittenden, nog vol furie van de verliesrijke oversteek, sloegen een
steeds bredere bres in de rivierverdediging. Daarbij keken zij niet
al te nauwkeurig naar de regelen van het oorlogsrecht, wat een aantal
verdedigers op tragische wijze het leven zou kosten.
8. Overgave
Fort Westervoort
Rond 9.30 uur had de commandant van het Fort
onder de geschetste omstandigheden besloten dat het welletjes was.
Hij liet een provisorische witte vlag plaatsen voor het Rivierkazemat
Zuid. Voor het noordelijkere vak kwam dit als een grote verrassing,
want daar was nog geen vijand doorgedrongen. Dat zou leiden tot een
voortgezet gevecht en gefronste Duitse wenkbrauwen.
9. Sergeant van Ewijk
Aan
de noordzijde van de weg, waar men van overgave geen weet had, zag
men de Duitsers vanuit het zuiden naderen. Men legde een moordend
mitrailleurvuur op de SS-troepen, hetgeen door de Duitsers als een
schending van het oorlogsrecht werd gezien. De Nederlandse
krijgsgevangen uit het zuidelijk deel moesten het vervolgens
ontgelden. Zij werden als levende schilden gebruikt en kregen flink
wat klappen te verduren. Het zou slechts een voorproefje blijken van
de twijfelachtige omgang van deze Duitse eenheid met het
oorlogsrecht. Bij de Grebbeberg zou met name ditzelfde 3e Bataljon
dat oorlogsrecht voortdurend aan de laars blijken te lappen.
10. Tweede
lijn
Het
Duitse artillerievuur werd verlegd naar de tweede verdedigingslijn,
een spoordijk ten oosten van de nieuwe woonwijk aan de Johan de
Wittlaan. Het resultaat was dat deze lijn al snel werd verlaten en de
Nederlandse troepen in dit vak voor zover niet gevangen genomen,
ongeorganiseerd terugtrokken op de Grebbelinie.
11. Obersturmfuhrer Henrichs
Nog
was het doden niet ten einde. In zijn persoonlijke jacht op een
eervolle vermelding haastte SS-Obersturmfuhrer Willy Henrichs
- van de aangesloten SS-Pionier-Kompanie zich met explosieven
op een motor met zijspan naar voren. In zijn haast reed hij in een
klein mijnenveld langs de Oude Veerweg. Een luide explosie volgde
waarbij hij en twee soldaten met hem sneuvelden.
Rond 11:00 uur was de strijd gestreden. Het grootste deel van III./SSDF was intussen (zonder motorvoertuigen) overgezet en de Nederlandse troepen waren gevangen genomen of gevlucht.
12. Gesneuvelden
Bij
de verdediging van Westervoort sneuvelden 9 Nederlandse militairen en
raakten er tenminste 9 gewond. Aan Duitse zijde sneuvelden 21 SS-ers
en waren ca. 50 gewonden te betreuren. Gelet op de gevaarlijke
rivieroversteek waren de verliezen aan Duitse kant niet overdreven
hoog. Desondanks waren de verliezen van ca. 70 man aan doden en
gewonden voor III./SSDF bijna 15% van de gevechtskracht, welke bij de
Grebbeberg node gemist zou worden.
* reguliere tijdsaanduiding op basis van Nederlandse tijd (= Duitse tijd - 1.40 uur)
(met dank aan Allert Goossens)