Depot-compagnie


In 1922 werd het depot van de politietroepen verplaatst van Millingen naar Nieuwersluis aan de Vecht in de Koning Willem III kazerne. Tot de opleiding in het depot werden daarvoor geschikte dienstplichtigen van alle wapens en van de marine toegelaten, nadat zij de eerste oefening hadden volbracht.

De invoering van het capitulantenstelsel in 1935 zorgde voor een forse toename van het aantal aanmeldingen en ook van het aantal cursisten. In die periode werd het hoofdgebouw van een extra verdieping voorzien. Allen begonnen de opleiding als soldaat. Velen waren capitualant; een beroepsverband van 6 jaar waarna bij verlenging de onderofficiersrangen konden worden beklommen. De officieren werden doorgaans bij het korps gedetacheerd vanuit een ander wapen of dienstvak.

Opleiding


De opleiding duurde normaal gesproken ongeveer zes maanden duren en had als eerste doel, van de man een goed geoefend, goed gedisciplineerd en betrouwbaar militair te maken, die ook in staat was zelfstandig te handelen. Er werd met het oog op dit laatste bijzondere aandacht gegeven aan de karaktereigenschappen van de man.

Korporaaalsexamen


Het onderricht bij de Depotcompagnie was er verder op gericht, dat aan het einde daarvan de leerlingen zooveel mogelijk kunnen voldoen aan de bijzondere eisen voor den rang van korporaal, vastgesteld in de Regeling van de Bevordering bij de Politietroepen; leerlingen, die volgens het oordeel van den Commandant Depotcompagnie daarvoor in aanmerking kwamen, konden (na zes maanden dienst) reeds bij die compagnie het examen afleggen voor korporaal, waarvoor zij desnoods enige dagen langer bij de Depotcompagnie konden blijven.

Het onderricht omvatte alles wat was aangegeven in de bijzondere eisen voor de korporaalsrang bij de Politietroepen en verder:
1. Nederlandsche taal en Aardrijkskunde van Nederland en Koloniën;
2. Globaal overzicht van de militaire en burgerwetten, voor zoover die voor de korporaal en soldaat van de Politietroepen van belang zijn en niet zijn genoemd onder de eisen voor het korporaalsexamen;
3. Oefeningen in het bestrijden van onlusten. Het werpen met scherpe handgranaten N°. 3 en het gebruik van traangashandgranaten;
4. Goede houding, manieren en vormen bij het optreden in het openbaar, zoowel tegenover militairen als tegenover burgers.


Het depot van de politietroepen, de Willem III kazerne in Nieuwersluis gezien vanuit de lucht. foto: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie



Koning Willem III kazerne, Nieuwersluis


Het opleidingscentrum voor het Korps Politietroepen was vanaf 1922 gevestigd langs de Vecht in de Koning Willem III kazerne te Nieuwersluis. Tevens was aldaar een strafinrichting voor militairen gevestigd. Het complex bestond uit het kazernehoofdgebouw, twee exercitieloodsen, een ziekenbarak, een directeurswoning, een onderwijzerswoning en een blok van vier onderofficierswoningen (Zandpad 6-9). Het kazernehoofdgebouw staat nog overeind, evenals veel van de bijgebouwen. Het geheel heeft de status van rijksmonument gekregen.

Bronnen o.a.:
- Marechausseesporen - Het Korps Politietroepen 1919-1940, de politie-militair als steunpilaar van het wettig gezag J.P.E.G. Smeets
- dispositief van het Nederlandse Leger op 9 mei 1940
- de Provinciale Noordbrabantsche Courant van 21 maart 1940 (169ste Jaargang, vierde blad p. 1


Foto's grotendeels afkomstig uit het Mobilisatiemuseum Weest op uw hoede, Pasquelaan 4841 GH Prinsenbeek.