7 compagnieën, 1 depotcompagnie, 1 motorverkeersbrigade en aantal groepen



Het Korps Politietroepen stond voor de mobilisatie van eind augustus 1939 onder leiding van een Inspecteur; kolonel J.Th. Heins. Er waren vier afdeling met elk drie onderafdelingen, zie Vredesorganisatie. Een belangrijke taak voor de politietroepen was de gensbeveiliging. Tijdens en kort na WO1 was het korps daarvoor ingezet.

Na circa 1921 werd de grensbewaking geleidelijk ingetrokken, om in 1936 weer nieuw leven ingeblazen te worden. Langs de Maas- en IJssellinie waren vanaf 1936 rivierkazematten geplaatst bij spoor- en verkeersbruggen.

Vanaf 1935 kwamen er in het kader van de strategische beveiliging steeds meer en grotere strategische groepen langs de grenzen en op strategische plaatsen.

Capitulantenstelsel


In het kader van een bezuinigingsronde op het defensiebudget werd in 1935 niet gekozen voor een uitbreiding van het beroepskader, maar voor het invoeren van een capitulantenstelsel.

De capitulant tekende voor een dienstverband van vier of zes jaar. Daarna kon hij capituleren (teruggaan in de burgermaatschappij), een dienstverband aangaan in burgerlijke overheidsdienst of semi-overheidsdienst, dan wel bij Defensie verder dienen als beroepsonderofficier. De invoering van het capitulantenstelsel zorgde voor en forse toename van het aantal aanmeldingen bij de Politietroepen.

In vredestijd (voor de mobilisatie) zou het korps uit 1532 hoofden moeten bestaan, 5% daarvan sergeant-majoor (opperwachtmeester) instructeur, 20 % sergeant 1e klasse (wmr 1e kl) of sergeant en 4% korporaal met de geschiktheid voor de naasthogere rang.

Mobilisatie


Met de mobilisatie werden de afdeelingen omgenoemd tot compagnieën waarbij kolonel Heins commandant van de politietroepen werd.

Op 29 augustus 1939 werd een vijfde compagnie gevuld met dienstplichtigen; daarna een 6e en een 7e; deze kwamen terecht in het Westen, rond Den Haag en Amsterdam. Daarnaast werd in oktober 1939 een motorverkeersbrigade opgericht teneinde het groeiende militaire autoverkeer te stroomlijnen bestaande uit 2 sectieën van elk 12 motoren met zijspan.

1940


Aangezien de politietroepen veelal dicht bij de grens waren geposteerd zijn zeer velen op 10 mei 1940 in contact gekomen met de Duitse aanvallers. De rivierkazematten waarin veel politietroepen zaten, werden vaak zwaar onder vuur genomen. Bij Mook bleken de Nederlandse kazematten niet bestand tegen direct vuur van het omgebouwde 88 mm FLAK-geschut.
Er sneuvelden 12 militairen van de politietroepen in de meidagen in Nederland.

Twee sectiën van de 7e compagnie begeleidden het Koninklijk Huis en de motorbrigade begeleidde de ministers naar Hoek van Holland.

Duitse misbruik van het uniform


Enige Duitsers van de bekende overvalgroepen werden op 10 mei 1940 in het (nagemaakte) uniform van de Politietroepen gehesen, zoals bij Roosteren bijvoorbeeld. Daarmee maakte deze personen zich schuldig aan schending van art. 23 van het oorlogsrecht/ Landoorlogreglement "onrechtmatig gebruik maken van de militaire onderscheidings-teekenen en de uniform van den vijand" (tekst 1907).

De schaal en het vooraf goed-georganiseerde karakter van de schendingen waren in mei 1940 ongekend. Opvallend is dat juist vanuit de hoogste laag in de bevelstructuur doelbewust de keuze voor de schendingen werd gemaakt, zie overvalploegen.

Mogelijk Siegfried Grabert in het Nederlands uniform van de politietroepen bij Roosteren. Het uniform heeft chevrons/ bananenschillen die breder lijken te zijn dan te doen gebruikelijk, de nestels lijken lager te zijn bevestigd aan de veldjas en ook de kinband lijkt breder dan normaal. Foto: NIMH Beeldbank

Bevelvoering


Wat betreft bevelvoering was het detachement veelal verbonden aan een staf van een hogere (infanterie) eenheid, bijvoorbeeld aan de staf van het TBO en had de detachementscommandant veelal rechtstreeks contact met de staf/ commandant Politietroepen.

De groep was veelal niet zozeer ondergeschikt aan een hoger eigen verband of eigen compagnie, maar veelal ondergeschikt aan de plaatselijk (infanterie) commandant en de staf waaraan hij was verbonden.

Elke object bemanning handelde operationeel meer autonoom naar een tevoren vastgestelde opdracht en/of in nauw contact met de plaatselijke (infanterie) commandant; vaak een compagniescommandant.

Organisatie en structuur


De structuur van de politietroepen 19349/1940 is bijzonder te noemen. Teneinde die structuur enigszins te doorgronden is kennis van de vredesorganisatie eigenlijk wenselijk.

De vredesorganisatie (tot mobilisatie/augustus 1939) was redelijk overzichtelijk en hiërarchisch met een staf en afdelingen. Het Korps bestond uit de staf van het korps, vijf afdelingen en de Depotafdeling. De afdelingen waren op hun beurt onderverdeeld in groepen. Bij de spreiding over het land werd mede aangesloten bij de bescherming tegen een strategische overval; een groot aantal groepen stond langs de IJssel en de Maas. De regionale spreiding volgde enigszins de spreiding van het marechaussee.

Oorlogsorganisatie


De structuur van de organisatie van de politietroepen 1939/1940 is deels een geruisloze voortzetting van de vredesorganisatie, deels een invulling naar wensen uit de praktijk. Na de mobilisatie werd de overzichtelijke hiërarchische structuur grondig aangepast, hoewel veel elementen bewaard bleven. Daar waar plaatselijk behoefte bestond aan politietroepen werd een groep of detachement (extra) geformeerd of werd een bestaande groep (flink) uitgebreid.

Hoewel het takenpakket strikt genomen divers was, bestond de voornaamste taak uit bewaking van (strategische) objecten. Die laatste taak lijkt uiteindelijk grotendeels bepalend te zijn geweest voor de indeling en de hiĆ«rarchie in 1939/1940. Die laatste taak lijkt grotendeels bepalend te zijn geweest voor de indeling en de hiërarchie.

Uiteindelijk was Heins als commandant degene die de indeling van de detachementen en groepen vaststelde, daarmee kwam een vastomlijnde organisatie te vervallen. Deze handelwijze was bepaald afwijkend van de Nederlandse hiërarchische structuur en doet eerder denken aan een organisatie op basis van het Duitse Führerprinzip.

Overzicht


Teneinde het geheel enigszins inzichtelijk te houden is gekozen voor de indeling compagnie-groep-detachement hoewel men in de praktijk die termen niet erg consequent, vaak ook door elkaar heen gebruikte. Daarbij is ook een onderscheid gemaakt tussen de compagnieen die ingedeeld waren bij een Legerkorps en de rest.

In onderstaande tabel is de organisatie meer in detail uitgewerkt zoals die was op 9 mei 1940 (bij benadering).

Eenheid

Commandant

Locatie

Hoger commando

Bijzonderheden

Beroepspersoneel

1e Compagnie

Maj. jhr J. van Suchtelen

Den Haag

C-I.LK

1e detachement

Den Haag

2e detachement

Watergraafsmeer

3e detachement

Utrecht

4e detachement

Gorinchem

5e detachement

Oud-Beierland

6e detachement

Leiden

7e detachement

IJmuiden

8e detachement

Hoek van Holland

9e detachement

Ooltgensplaat

 

2e Compagnie

Maj. J. vd Ploeg

Bilthoven

C-IV.LK

1e sectie

1e lt K. Timmerman

Doorn

C-7e Div

Staf 7e Divisie

2e sectie

sgt. M. Troelstra

C-8e Div

Staf 8e Divisie

 

3e Compagnie

Lt. Kol. C. Koopman

Den Bosch

C-III.LK

1e detachement

Vught

C.-III LK

Stafkwartier III LK

2e detachement

Den Bosch

Citadelkazerne

3e detachement

Veghel

groepsgebouw

4e detachement

Heesch

groepsgebouw

5e detachement

Den Bosch

telefooncentrale

6e detachement

Eindhoven

telefooncentrale

 

4e Compagnie

Majoor jhr. A.W. Snoeck

Amerongen

C-II.LK

1e sectie

kapitein H. Onderstal

Doorn

C-II.LK

Staf IIe Legerkorps

2e sectie

1e luitenant P.J. Cornelissen

Amerongen

C-IV. Div

Staf 4e Divisie

3e sectie

o.w.i. E. Roebers

Renswoude

C-II. Div

Staf 2e Divisie

4e sectie

o.w.i. J.G. Van Eck

Amerongen

C-4 R.H.

Staf 4 R.H.

 

Dienstplichtigen

5e Compagnie

Kapt. P. Verschoor

Amsterdam

C-VH

Ordetaken

 

6e Compagnie

Kapt. J.L. Schäfer

Amsterdam

C-VH

Ordetaken

 

7e Compagnie

Kapt. J.A.J. Horssen

Den Haag

C-VH

Ordetaken

 

Motorverkeersbrig.

1e lt. E.V. Kengen

Den Haag

C-VH

24 motoren met zijspan, 1 vr.w. , 1 auto

Depot Ptr.

Onb.

Nieuwersluis

C-VH

Eenheid Commandant Locatie Hoger commando Bijzonderheden


Diverse groepen


Waar de Ptr compagniën veelal waren ingedeeld bij de Legerkorpsen, was er daarnaast een groot aantal groepen en detachemenetne die verspreid over het land waren geplaatst, meestal verbonden aan een grotere eenheid. De groepen waren dan weer onderverdeeld in detachementen. Die groepen waren veelal ondergeschikt en beschikbaar gesteld aan plaatselijke commandanten. De detachementen van de groepen stonden onder commando van de groep.

Eenheid

Locatie

Cdt.

Commandant

Algemeen Hoofdkwartier (AHK)

Det. Staf AHK

Den Haag

AHK

AOOI P.J. Kuijpers





Etappendienst (EVD)

Det. Etappendienst

Amsterdam

EVD

kapt. N.D. Nammensma

Det. Fort Spijkerboor

Westbeemster

EVD

Sgt. J. Eversdijk

Det. Etappendienst

Rotterdam

EVD

Kapt. A.H. Trippelaar





Hoofdkwartier Veldleger (HKV), staf lkol jhr. A.W. Snoeck

Det. Staf Veldleger

Zeist

HKV

Kapt. L. de Zeeuw

4e Compagnie

Amerongen

II LK

Bij IIe Legerkorps, zie hierboven

2e Compagnie

Bilthoven

IV LK

Bij IVe Legerkorps, zie hierboven

3e Compagnie

Vught

III LK

Bij IIIe Legerkorps, zie hierboven

Groep Den Bosch

Den Bosch

III LK

Groep Breda

Breda

III LK

Groep Geertruidenberg

Geertruidenberg

III LK

Groep Hedel

Hedel

III LK

Det. Staf Lichte Divisie

Vught

LD

1e lt J.F. Lameris

Det. Peeldivisie

Eindhoven

Peel

1e lt K.J.H. Poll

Groep Grave

Grave

Peel

SMI G.J. van der Beek

Det. Grave

Eindhoven

Peel

Det. Ravenstein

Ravenstein

Peel

Groep Haps

Haps

Peel

SMI J.H. Noben

Det. Katwijk

Katwijk en Mook

Peel


Det. Cuijck

Cuijck

Peel

Korp. C.J. Van Leeuwerden

Det. Gennep

Gennep

Peel

Sgt. J. Lute

Det. Oeffelt

Oeffelt en Gennep

Peel

Sgt. L. Bakker

Det. Haps

Mill en Haps

Peel

Groep Boxmeer

Boxmeer

Peel

SMI L. van Tilburg

Groep Veghel

Veghel

Peel

SMI H. Kloosterman

Groep Helmond

Helmond

Peel

SMI H. van Dessel

Det. Kraaienhut

Deurne

Peel

Det. Helenaveen

Helenaveen

Peel

Det. Z-Willemsvaart

Peel

Groep Wanssum

Wanssum

Peel

SMI J.M.J. Willems

Groep Someren

Someren

Peel


Groep Meijel

Meijel

Peel

Sgt. D. Onvlee

Groep Venlo

Venlo

Peel

SMI J.A. Delissen

Groep Nederweert

Nederweert

Peel

AOOI J.A. Muller

Groep Roermond

Roermond

Peel

SMI W.H. van Kooten

Det. Buggenum

Buggenum

Peel

Sgt. C. van de Wetering

Det. Roermond

Roermond

Peel

Det. Wessem

Wessem

Peel


Groep Den Bosch

Den Bosch

Peel






Brigade A

Det. Stafkwartier

Echteld

Brig A


Groep Betuwe

Elst

Brig A


Groep Lent

Lent

Brig A

SMI J.G. Jansen









Brigade B

Det. Stafkwartier

Beneden-Leeuwen

Brig B


Groep Maas-Waal

Brig B


Groep Neerbosch

Neerbosch

Brig B

SMI F. de Jager

Det. Weurt

Weurt

Brig B


Det. Neerbosch

Neerbosch

Brig B


Det. Hees

Hees



Det. Hatert

Hatert

Brig B


Det. Malden

Malden

Brig B


Det. Heumen

Heumen

Brig B






Territoriaal Bevelhebber Overijssel (T.B.O.)

Det. Stafkwartier

Apeldoorn

TBO


Groep Hasselt

Hasselt

TBO

SMI W. van Dam

Groep Kampen

Kampen

TBO

SMI R. van der Zee

Groep Zwolle

Zwolle

TBO

SMI A. Engelkes

Groep Raalte

Raalte

TBO

SMI P. Procee

Det. Olst

Olst

TBO


Det. Wijhe

Wijhe

TBO


Groep Deventer

Deventer

TBO

SMI A.C. Snel

Groep Zutphen

Zutphen

TBO

SMI H.J. van Zelm

Groep Dieren

Dieren

TBO

SMI J. Duinkerken

Det. Doesburg

Doesburg

TBO

Groep Westervoort

Westervoort

TBO

AOOIF.C.H. van Viersen

Det. Lobith

Lobith

TBO

SMI L. Stoorvogel





Vesting Holland

Det. Stafkwartier

Den Haag

VH

kapt. J.M. Diekmann

Subdet. Den Haag

Den Haag

VH


Subdet. Amsterdam

Amsterdam

VH


Subdet. Utrecht

Utrecht

VH


Subdet. Gorinchem

Gorinchem

VH


Subdet. Oud-Beijerland

Oud-Beijerland

VH


Subdet. Leiden

Leiden

VH


Subdet. IJmuiden

IJmuiden

VH


Subdet. Hoek van Holland

Hoek van Holland

VH


Krijgsraad Den Haag

Den Haag

VH


Krijgsraad Utrecht

Utrecht

VH


Subdet. Ooltgensplaat

Ooltgensplaat

VH

AOOI P.J. Zwetsloot

Groep Hedel

Hedel


SMI M.A. Van Bemmel

Groep Geertruidenberg

Geertruidenberg


SMI C. Nieuwenhuize

Groep Willemsdorp

Willemsdorp


SMI A. van Almkerk





Territoriaal Bevelhebber Friesland (T.B.F.)

Det. Stafkwartier

Norg

TBF

1e lt. H.R. Kuik





Territoriaal Bevelhebber Zuid Limburg (T.B.Z.L.)

Det. Stafkwartier

Norg

TBZL

AOOI A. Rijsdijk

Groep Maastricht

Maastricht

TBZL

SMI W.J. Bosman

Groep Roosteren

Roosteren

TBZL

Sgt. J. Spieker

Groep Sittard

Sittard

TBZL

Sgt. M. van Baal

Groep Schinveld

Schinveld

TBZL

Sgt. J. Bogte

Groep Nieuwenhagen

Nieuwenhagen

TBZL

Sgt. H. Mulder

Groep Kerkrade

Kerkrade

TBZL

Sgt. A. Kromhof

Groep Simpelveld

Simpelveld

TBZL

Sgt. R.O.A. Weijnen

Groep Vaals

Vaals

TBZL

Sgt. J. Hulst





Commando Zeeland (C.Z.)

Det. Stafkwartier

Middelburg

CZ

SMI M. de Valk





Stelling Den Helder (St.DH)

Det. Stafkwartier

Den Helder

St. DH

SMI. P. van der Tas

Groep Den Oever

Den Oever

St. DH

SMI. J.H. Jacobs

Groep Kornwerderzand

Kornwerderzand

St. DH


Eenheid

Locatie

Aantal

Commandant



Bewapening


De persoonlijke wapens waren de Karabijn Model 1895 no. 4, het pistool Model 1925 no. 2 en de Klewang Model 1912, No. 2. Afhankelijk van de situatie konden deze gezamenlijk worden gedragen.

Positie politietroepen


Het Korps Politietroepen was voor alles een militair korps, waarvan de leden bovenal goed soldaat moesten zijn. Zij voerden politietaken uit binnen de krijgsmacht. Met name wachtdiensten, posten, schildwachten of militaire patrouilles die eerder door de troepen zelf werden verricht, werden gedaan door de politietroepen, niet te verwarren met Rijkspolitie, gemeentepolitie of Koninklijke Marechaussee.

Opsomming taken politietroepen


De commandant Heins somde op 21 maart 1940 de taken nog eens op:

- Bestrijding van spionage,
- Houden van toezicht op niet-militairen, die tot de krijgsmacht horen of die de troepen volgen, verrichten van geschut op wegen, welke naar de oorlogsfronten leiden,
- Diensten bij de militaire justitie (krijgsraden en militaire gerechtshoven),
- Geleiden van deserteurs en krijgsgevangenen,
- Beletten dat verkeers- of verbindingsmiddelen door onbevoegden worden gewijzigd of vernield,
- Medewerken aan de handhaving van de orde in de verschillende kantonnementen en barakken,
- Handhaven van de orde in den rug der marcherende troepen en treincolonnes,
- Houden van toezicht op militaire opslagplaatsen,
- Regelen van het verkeer overeenkomstig de ontvangen bevelen,
- Behulpzaam zijn bij het verzamelen van achtergebleven en het terughouden van vluchtende militairen,
- Waken tegen beroving van gewonden of doden,
- Begraven van gesneuvelden,
- Toezicht houden op de naleving van orders van het militaire gezag in gebieden, waarvoor de staat van beleg of oorlog is afgekondigd,
- Bewaken van interneringskampen,
- Waken tegen wetsovertredingen in het operatie- en in het etappengebied,
- Beschermen van de burgerbevolking tegen handelingen van slechte elementen uit het leger,
- Begeleiden van personen, aan wie een vrijgeleide is verleend
- Hulp verlenen aan commanderende officieren bij het houden van onderzoeken, bedoeld in artikel 7 van de Rechtspleging Landmacht (justitie-onderzoeken).

Daarnaast hadden de politietroepen in oorlogstijd specifieke militaire taken bij strategische objecten. Zo waren bijvoorbeeld niet de pioniers, maar de politietroepen verantwoordelijk voor het vernielen van de diverse bruggen over de grote rivieren; de politietroepen staken het slagkoord aan en bedienden het ontstekingskastje. Het waren niet artilleristen maar politietroepen die het kanon van 5 bedienden in de rivierkazematten.

Geschiedenis


Het Korps Politietroepen was een speciale politionele eenheid. Het was opgericht naar aanleiding van de socialistische opstand in 1919. Het gros van het (beroeps) Korps werd geronseld uit Marechaussee kringen, vlak na de 1914-1918 mobilisatie. Door de rellen eind 1918 naar aanleiding van de Troelstra oproep tot opstand, werd het leger pas ruim na WOI gedemobiliseerd. De oprichting van het Korps Politietroepen profiteerde van de demobilisatie van onder andere Marechaussee onderdelen, en nam deze getrainde militaire politiemensen graag over.

Hoewel het Korps meer militaire taken had dan de Marechaussee, was het gedurende het interbellum toch lange tijd met een vooral politionele taak belast. Detachementen waren bij de grote onderdelen te vinden, en bij hoofdkwartieren en staven. Ook verrichtten de Politietroepen grensbeveiligingstaken.

Tot 1935 behoorde het korps organisatorisch tot de Marechaussee. Vanaf 1935 werden de Politietroepen belast met de belangrijke taken de Strategische Beveiliging (SB) vorm te geven. SB staat voor maatregelen die genomen werden om een strategische overvalling te voorkomen, met name langs de IJssel en de Maas. Omdat de eenheid voornamelijk uit beroepsmilitairen en capitulanten bestond en dus permanent aanwezig konden zijn, waren zij uitstekend geschikt om de bewaking van de strategische rivierovergangen en rivierkazematten te bemannen. Vanaf 1935 kwam de commandant van het Korps onder rechtstreeks bevel van de minister van Oorlog.

De mannen bewaakten niet alleen de (rivier)overgangen, maar bedienden ook (vaak) de stukken van 5 cm in de rivierkazematten en ze waren verantwoordelijk voor het ontsteken van de explosieve lading waarmee de brug vernield zou moeten worden. Eenheden van de motorbrigade begeleidde het Koninklijk Huis en de ministers naar Hoek van Holland.

Het Korps Politietroepen had een naam van "ferme jongens, stoere knapen." Ze kregen een etiket van rauwe doordouwers die niet altijd even tactisch met collega militairen omgingen. Het waren dan ook veelal beroepsmilitairen in een omgeving van veelal minder gemotiveerde dienstplichtigen. Wellicht waren ze daardoor niet erg populair bij de gemiddelde infanterist.

Zij vervulden hun taken in mei 1940 met toewijding en oogsten veel lof.

Bronnen o.a.:
-Het Korps Politietroepen 1919-1940, de politie-militair als steunpilaar van het wettig gezag J.P.E.G. Smeets
- dispositief van het Nederlandse Leger op 9 mei 1940
- de Provinciale Noordbrabantsche Courant van 21 maart 1940 (169ste Jaargang, vierde blad p. 1