VIe Autobataljon


Het VIe Autobataljon werd als laatste autobataljon toegevoegd in september 1939. Het bataljon stond onder de bevelen van de Commandant Veldleger (C.V.) en was bedoeld om het ziekenvervoer van de diverse verbandplaatsen naar de hospitalen en ziekenhuizen uit te voeren.

Organisatie 1939/1940


Het VI-Auto-Bat. had een staf en vier compagniën, elke autocompagnie telde op zijn beurt 4 sectiën, de vierde compagnie telde 5 of 6 sectiën. De sectiën waren genummerd, b.v. 2e sectie 1.-VI-Auto-Bat. betekent de tweede sectie van de eerste compagnie van het 6e Autobataljon. Een sectie bestond uit (1 personenauto en 16 ambulances en 2 autobussen. Aan de staf waren een adjudant (commandant staf) van de commandant, een administrateur, een bataljonsarts en een gasofficier verbonden.

VI-Auto-Bat., Cdt: res.maj. M. Spetter

Eenheid

Naam

Functie




Staf (Woudschoten), Cdt: res. 1e lt. J. Stork (=adjudant VI. Autobat.)

St.-VI-Auto-Bat.

vaandrig W.N. Schaapman

administrateur

St.-VI-Auto-Bat.

res. off.v.gez. 1e kl. D. Verburg

bataljonsarts

St.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. J. Siksma

gasofficier

1e compagnie (Woudschoten), Cdt: res. kapt. W.J. Kamphuis

1e sectie 1.-VI-Auto-Bat.

res. kapt. R.W. van Ammers

sectiecommandant

2e sectie 1.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. J.A. Dekker

sectiecommandant

3e sectie 1.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. H. Rooijakkers

sectiecommandant

4e sectie 1.-VI-Auto-Bat.

res. 2e lt. A.G. Everard

sectiecommandant

1.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. H.A. Gijsberti Hodenpijl

technisch opzichter

1.-VI-Auto-Bat.

res. off.v.gez. 2e kl. J.A. Stokvis

bataljonsarts

2e compagnie (Woudschoten), Cdt: res. kapt. mr. E.L.M.J. Vogels

1e sectie 2.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. P. Gmelich Meijling

sectiecommandant

2e sectie 2.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. W.A. Ridder van Rappard

sectiecommandant

3e sectie 2.-VI-Auto-Bat.

res. 2e lt. A.J.W. van Agt

sectiecommandant

4e sectie 2.-VI-Auto-Bat.

vaandrig J.A. Stoppelman

sectiecommandant

2.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. F.S. Muller

technisch opzichter

2.-VI-Auto-Bat.

res. off.v.gez. 2e kl. Dr. D. G. de Jongh

compagniesarts

3e compagnie (Woudschoten), Cdt: res. kapt. G.de Kruijf

1e sectie 3.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. A. Jacobsen

sectiecommandant

2e sectie 3.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. J.L. Baron Taets van Amerongen

sectiecommandant

3e sectie 3.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. S.P. Kaagman

sectiecommandant

4e sectie 3.-VI-Auto-Bat.

res. 2e lt. G.W. Baron van Dedem

sectiecommandant

3.-VI-Auto-Bat.

vaandrig J. Six

technisch opzichter

3.-VI-Auto-Bat.

res. off.v.gez. 2e kl. G.H. Beuningh

compagniesarts

4e compagnie (Woudschoten), Cdt: res. kapt. Ir. K.A.M. Stoffels

1e sectie 4.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. H. Broersma

sectiecommandant

2e sectie 4.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. G.h. Cramer

sectiecommandant

3e sectie 4.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. W. Duijts

sectiecommandant

4e sectie 4.-VI-Auto-Bat.

res. 2e lt. J.J.H. Vrijdaghs

sectiecommandant

5e sectie 4.-VI-Auto-Bat.

res. 2e lt. J.f. van der Werff

sectiecommandant

4.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. H.A. Schreeuwe

technisch opzichter

4.-VI-Auto-Bat.

res. off.v.gez. 1e kl. T.E. Vester

compagniesarts

4.-VI-Auto-Bat.

res. 1e lt. A.J. Oosterhuis

onbekend




Eenheid

Locatie 1939/ Locatie mei 1940

Commandant



Na de mobilisatie




Bewapening




Geschiedenis


Met de komst van automobielen en motoren in de samenleving, gaf het Ministerie van Oorlog in juni 1911 opdracht tot oprichting van een "Commissie Autotractie"; de opdracht luidde is het wenselijk om permanent afstand te doen van paardentractie en over te gaan op gemotoriseerde rijtuigen. Hoewel de conclusie in 1914 luidde dat Nederland niet kon achterblijven, was in 1940 paardentractie eerder regel dan uitzondering. In het begin van de mobilisatie 1914 van de eerste wereldoorlog startte men in ieder geval met het samenstellen van automobiel-eenheden. De auto's, vrachtwagen en motoren bij het bataljon speelden een bescheien rol bij de bevoorrading, niet zozeer bij het vervoer van troepen of artillerie, noch bij de gevechten.

1914


Het z.g. Etappen verplegingsautobataljon (E.V.A. Bataljon) stond onder bevel van de Etappeninspecteur (E.I.), die op zijn beurt onder de Commandant Veldleger (C.V.) was geplaatst. Het E.V.A. Bataljon had vier compagnieën in Noord Brabant en een compagnie te Rotterdam van waaruit de bevoorrading van de troepen, die voornamelijk in Noord Brabant lagen, werd geregeld.

De chaffeurs waren vrijwilligers die per dag 3 gulden ontvingen voor hun diensten; zij werden dan ook de 3-gulden-chauffeurs genoemd.

1915


Al snel ontstond de wens om eigen chuffeurs op te leiden en zo werd de "Depotafdeling van de Autotreindienst" op 12 juli 1915 opgericht.

Deze afdeling ging op 21 augustus 1921 verder als "Schoolcompagnie van de Motordienst" en op 1 januari 1936 als Korps Motordienst (KMD) met een staf en twee compagnieën te Haarlem, een compagnie te Apeldoorn en een te Den Bosch.

etc.etc.

Bronnen o.a.:
- Martin Wallast, Militaire transportvoertuigen in Nederland ISBN9061207045
-