Voorbeeld uniform voor een sergeant 1e klasse Jagers

Meer informatie over de grijsgroene kepie model 1928
* illustratie van Henricus Johannes Heinen, ingekleurd door Chiel Zilverberg en bewerkt omwille van de uitleg over de verschillende rangen binnen het Nederlandse Leger 1939/1940.

Onderscheidingstekens


Een sergeant 1e klasse Jagers droeg goudkleurige chevrons op de beide mouwen waarbij de galon 10mm breed was en daarnaast een tres van 2,5 mm breed met een krul aan het uiteinde. De biezen op de mouwen waren groen. De kraag van de veldjas had eveneens een groene bies. Ook de bies op de kepie was groen.

Functies


De sergeant 1e klasse was een onderofficier. Meestal was de sergeant 1e klasse een beroeps of capitulant, in een enkel geval kon het ook een dienstplichtige zijn. Normaal gesproken trad de sergeant 1e klasse op als groepscommandant bijvoorbeeld van een lichte mitrailleurgroep, een geweergroep, een zware mitrailleurgroep, etc. Soms had hij een ondersteunende functie. Soms was hij bijvoorbeeld adjudant van de sectie commandant, soms had hij een functie bij de staf van de compagnie of een hoger echelon. In sommige gevallen was een sergeant 1e klasse ook sectiecommandant.

Bijzondere vaardigheden


Degenenen die daartoe gerechtigd waren, mochten onderstaande vaardigheidsemblemen op de linkermouw van de veldjas dragen:
mouwembleem manschappen scherpschutter 2e klasse mouwembleem manschappen scherpschutter 1e klasse mouwembleem manschappen scherpschutter 2e klasse mouwembleem manschappen buitengewoon geoefend handgranaatwerper mouwembleem manschappen Schutter/bedieningsman lichte mitrailleur mouwembleem manschappen Schutter/bedieningsman zware mitrailleur mouwembleem manschappen bedieningsman mortier 1e klasse
De emblemen waren van uitmonsteringslaken of geborduurd op een pat van grijs laken met aan de achterzijde een versteviging, bestaande uit een stukje gaas of papier.

Bewapening


Het persoonlijk wapen van de sergeant 1e klasse was doorgaans het geweer of karabijn M95, afhankelijk van de functie ook wel het pistool M25.

Uitleg


Deze rang kwam betrekkelijk weinig voor. Het Nederlandse Leger kende in 1939/1940 relatief weinig beroepsonderofficieren en het capitulantenstelsel bestond nog niet lang genoeg; veel capitulaten hadden net de rang van sergeant bereikt. Verdere uitleg zie sergeant.