Voorbeeld uniform voor een Jager bedieningsman mortier
* illustratie uit Collectie H.G. Beerman (Het Regionaal Archief Dordrecht), gekleurd door Chiel Zilverberg en bewerkt omwille van de uitleg over de verschillende rangen binnen het Nederlandse Leger 1939/1940.
Vaardigheidsonderscheidingstekens op de mouw
Manschappen die gerechtigd waren een bedieningsman mortier embleem te voeren, droegen een van blauwe wol geborduurde vleugelprojectiel op de linkermouw. Embleem vastgesteld bij KB 2 juni 1936, nr 41.
Onderscheidingstekens
Een Jager droeg geen rangonderscheidingstekens.
Op de kraag van de Jager was een jachthoorn in gele stof geborduurd. De biezen op de mouwen waren groen. De kraag van de veldjas had eveneens een groene bies. (zie boven).
Functies
De Jager behoorde tot de manschappen. Hij had geen rang.
De Jager bedieningsman mortier was meestal verbonden een mortiergroep.
Bij andere eenheden had hij meestal een ondersteunende functie bij de staf van de compagnie of een hoger echelon.
Bijzondere vaardigheden
Degenenen die daartoe gerechtigd waren, mochten onderstaande vaardigheidsemblemen op de linkermouw van de veldjas dragen:
De emblemen waren van uitmonsteringslaken of geborduurd op een pat van grijs laken met aan de achterzijde een versteviging, bestaande uit een stukje gaas of papier.
Bewapening
Het persoonlijk wapen van de Jager bedieningsman mortier was bij uitstek het pistool M25, soms het
geweer of karabijn M95.