Pantserafweergeschut groep / stuk PAG; 6 man
 |
Infanterie stuk PAG (pantserafweergeschut)
|
|
Stukscommandant, plv. commandant, schutter, richter, chauffeur, soldaat (munitiedrager), 1x PAG en 1x trekker
|
|

|
|
|
|
|
De vuurondersteuningsgroep pantserafweergeschut behoorde tot een pantserafweergeschut compagnie van het regiment infanterie of tot een pantserafweer bataljon behorende bij een divisie.
Het wapen was een
Böhler 4.7 cm Pag.
die werd vervoerd achter een Ford of Chevrolet 1-ton trekker met DAF opbouw. De munitie voor de PAG vervoerde men in de achterbak van de trekker.
De personele bezetting van een pantserafweergroep was als volgt:
Stukscommandant/ groepscommandant: Meestal een
sergeant, soms een
korporaal.
Bewapend met een pistool M25 en een patronentasje met magazijn voor het pistool.
Plaatsvervangend stukscommandant/ groepscommandant: Meestal een
korporaal, soms een
soldaat. Soms was hij ook schutter van de PAG.
Bewapend met karabijn.
Schutter/ richter pantserafweergeschut: Meestal een
korporaal, soms een
soldaat. Soms was hij ook plaatsvervangend groepscommandant.
Bewapend met een pistool M25 en een patronentasje met magazijn voor het pistool.
Lader/ ass. richter pantserafweergeschut: Meestal een
korporaal, soms een
soldaat. Bewapend met een pistool M25 en een patronentasje met magazijn voor het pistool.
Chauffeur trekker: Meestal een
soldaat, soms een
korporaal. Bewapend met karabijn.
Een of meer helpers/ munitiedragers: Meestal een
soldaat. Bewapend met karabijn.
(Door de stip in het midden naar links en rechts te slepen, is de zwart-wit of kleurenfoto meer of minder zichtbaar)