Lichte mitrailleurgroep (10 man)
Globale organisatie infanterie (algemeen)
- Groep (10-11 man),
- Sectie (30-34 man=3 groepen),
- Compagnie (plusminus 160 man=4 sectiën+staf),
- Bataljon (plusminus 750 man=3 compagniën+MC+staf),
- Regiment (plusminus 2.500 man=3 bataljons+PAG+Mtr+6-veld+staf),
- Divisie (plusminus 10.000 man = 3 regimenten+staf+ondersteuning) en
- Legerkorps (plusminus 25.000 man = 2 divisies+staf+ondersteuning).
Sectie met lichte mitrailleurgroep op de voorgrond
De lichte mitrailleurgroep kan gezien worden als de bouwsteen waarop een infanterie regiment was gebouwd, althans in ieder geval van de regimenten met nummers 1-22.
Drie bouwstenen vormden een sectie, 12 bouwstenen een compagnie, 36 bouwstenen een bataljon en 108 bouwstenen een regiment.
Voor het idee kon een regiment dus een verdedigingsmuur opzetten van 108 lichte mitrailleurs.
De gewenste personele bezetting van een lichte mitrailleurgroep was als volgt:
Groepscommandant: Meestal een
sergeant, soms een
korporaal.
Bewapend met geweer, 60 patronen in bloktas en een mitrailleurpatronentas voor de lichte mitrailleur.
Plaatsvervangend groepscommandant: Meestal een
korporaal, soms een
soldaat. Soms was hij ook schutter van de lichte mitrailler.
Bewapend met geweer en 60 patronen in patroontas groot en een mitrailleurpatronentas voor de lichte mitrailleur.
Schutter lichte mitrailleur: Meestal een
korporaal, soms een
soldaat. Soms was hij ook plaatsvervangend groepscommandant.
Bewapend met lichte mitrailleur M20, een pistool M25 en een patronentasje met magazijn voor het pistool.
Helper lichte mitrailleur: Meestal een
soldaat, soms een
korporaal. Bewapend met een pistool M25 en een patronentasje met magazijn voor het pistool.
Hij droeg de reserveloop en de onderhoudsset met reserveonderdelen voor de mitrailleur.
Zeven tirailleurs: Meestal een
soldaat. Bewapend met geweer, 60 patronen in de patroontas groot en een mitrailleurpatronentas voor de lichte mitrailleur.