De Ic-Dienst van het OKW was verantwoordelijk voor de informatievoorziening
uit het vijandelijk gebied. Van hoog tot laag waren Ic officieren ingedeeld
bij de diverse eenheden die nauw contact met elkaar en met de plaatselijke
(onderdelen van de) Abwehstellen onderhielden.
Werking van de Ic-dienst en de betrokken partijen.
De informatie vanuit Nederland stroomde via Abwehr I in Berlijn en de
lokale Abwehrstellen binnen bij de Heeresgruppe en het Armee Oberkommando
(AOK) waarna het verder doorsijpelde door de Ic organisatie naar de lagere
echelons.
Andersom werden via de Ic dienst directe vragen uit de lagere echelons
doorgesluisd naar o.a. de Abwehrstellen. De gevechtseenheden in het
veld waren op 10 mei 1940 dan ook betrekkelijk goed op de hoogte van
de omstandigheden van het terrein, de situatie bij de tegenstander,
mogelijke linies, versperringen, hindernissen, etc.
De Ic-Dienst van de OKW, niet te verwarren met die van de
Sicherheitsdienst, was van oudsher van hoog (Heeresgruppe en AOK) tot laag
(Bataljon) in de staven van de legeronderdelen vertegenwoordigd.
AOK
De Ic-Dienst bij de staf van een Armeeoberkommando bestond normaal
gesproken uit een Ic Generalstabsoffizier die een
Feindnachrichtenabteilung aanstuurde en die o.a. de beschikking had
over een Gruppe Geheimer Feldpolizei. Als adjudant stond hem in de
regel een officier terzijde. Voor Westervoort en omgeving was dat de
Heeresgruppe B; AOK 18.
AK
De Ic-Dienst bij de staf van een Armeekommando was wat betreft indeling
en sterkte vrijwel gelijk aan die van AOK. De Ic-offizier van het AK had
regelmatig contact met de Abwehr en dan met name met de Gruppe I van de
Abwehrstellen in de Wehrkreis waar de divisie zich op dat moment bevond.
De Ic stabsoffizier publiceerde doorgaans een Nachrichtenbald waarin hij
de vijandelijke situatie voor het (toekomstig) operatiegebied van het AK
in beschreef. Bijvoorbeeld het
bericht van 19 december van de Ic
waar onder andere in stond dat de camouflagekleuren op de rivierkazematten van
Fort Westervoort te scherp afstaken tegen de achtergrond. (link) Bij het 10.
Armeekorps (X.AK) was als Ic-offcier ingedeeld Rittmeister (Kdrt.z.Gen.-Stab)
Boriss en zijn adjudant: Hauptmann d.R. von der Decken.
Divisie
Bij de staf van de divisies was een Ic officier ingedeeld die een eigen
Feindnachrichtenabteilung had. Hij gaf met enige regelmaat in samenwerking
met AOK en de Abwehrstelle waar de eenheid op dat moment lag, een
Nachrichtenbald uit voor het (toekomstig) operatiegebied van zijn divisie.
Deze Ic-Stabsoffizier stelde de stukken op naar aanleiding van eigen informatie,
specifieke informatie uit Berlijn alsmede op basis van de Feindnachrichtenblatter
van de Ic van het AK. Hij verzorgde ook de verdere distributie van de informatie
naar de lagere echelons. De Dritte Generalstabsoffizier Ic-offizier bij de 207e
Infanterie Divisie (207 ID.) was Hauptmann i.G. Rechlin.
Regiment
De derde stabsoffizier (Ic, Nachrichtenoffizier) van elk regiment / Standarte
werd belast met het verzamelen van de militaire inlichtingen voor de staf van
het Regiment. Die informatie was geheim en slechts bestemd voor die officier
en zijn naaste medewerkers. De eerste stabsoffizier (Ia, adjudant van de commandant)
van elk regiment / Standarte was verantwoordelijk voor alles wat met de
organisatie van het regiment en de onderdelen te maken had, waaronder verspreiden
van bevelen, opleiding, transport, inkwartiering, etc. In een enkel geval kwamen
in de bevelen ook onderdelen voor waarin informatie over het vijandelijk gebied stond.
Bataljon
Bij de staf van een bataljon was een Ordonanzoffizier aangesteld die het verzamelen
van militaire inlichtingen onder zijn hoede had. Hij ontving de informatie
voornamelijk uit de Feindnachrichtenblatter die hij van de Ic van het Regiment,
de divisie en/of het AOK kreeg.
Abwehrabteilung I en de Abwehrstellen
De Ic-Stabsoffizier van het AK en de divisie stonden in nauwe
verbinding met de Abwehrabteilung I in Berlijn. Abwehrabteilung I
(Nachrichtenbeschaffung) was gericht op spionage in ruime zin. De
hoofdafdeling hadden eigen onderafdelingen. Deels was er onderling
overlap van autonomie van de afdelingen en van gebieden. De
coördinatie verliep altijd via het Hoofdkwartier zodat de
diensten elkaar zo min mogelijk tegenwerkten. Een dergelijke
structuur garandeerde enerzijds dat bij ontdekking van een deel niet
de hele structuur bekend werd en anderzijds was er voldoende sturing
om te voorkomen dat zaken dubbel werden gedaan. Daar kwam bij dat
taken gemakkelijk konden worden overgenomen door andere afdelingen of
Abwehrstellen. Bij dit alles was er ook een zekere mate van
concurrentie tussen afdelingen en diensten.
De eigenlijke werkzaamheden, opdrachten
aan agenten en het verzamelen van informatie, verliep voornamelijk
vanuit de Abwehrstellen en de Kriegsorganisationen.
Voor Nederland waren dat de Abwehrstelle Hamburg, de Abwehrstelle
Munster, Nebenstelle Bremen en Kriegsorganisation Niederlande (KON).
De indeling van de Abwehstellen was vrijwel
een miniatuur van die van het Hoofdkwartier waarbij de leider van
elke afdeling steeds rechtstreeks rapporteerde aan Berlijn en aan de
leider van de Abwehrstelle.
In de periode 1939/1940 was de Abteilung I van de AST Munster, AST
Hamburg en Nebenstelle Bremen voor wat betreft Nederland grotendeels
ondergebracht bij de Kriegsorganisation Niederlande (KON). Ook deze
kende organisatorisch vrijwel eenzelfde indeling als die van een
Abteilung I bij een AST. De werkwijze van de agenten van deze
organisaties is naar zijn aard niet altijd even goed bekend en het
mag duidelijk zijn dat slechts een fractie daarvan bekend werd uit
rapporten.
Uit hetgeen wel bekend is blijkt wel
dat er inlichtingen zijn verzameld met hulp van luchtfoto's, door
infiltratie bij de staven van legeronderdelen tot en met de
Nederlandse generale staf, door verkenningen van Wehrmacht officieren
ter plaatse, verkenningen door agenten ter plaatse en verkenningen
door de leden van de overvalploegen voorafgaand aan de inval.
Akte Holland
Op 7 december 1939 gelastte de medewerker Ia van de 207. ID,
waarbij ook de SS Standarte Der Fuhrer tijdelijk werd ondergebracht,
dat de Ic Bearbeiter tot op bataljonsniveau een
Akte Holland
- Geheime Kommandosache - aan moest leggen waarin de geheime
inlichtingen over de voorgenomen inzet in Nederland zouden worden
verzameld. De Akte Holland was in feite een verzameling
mededelingen Nachrichtenblatter Holland over de vijand op divisie- en
Armeekorpsniveau. De informatie kwam van agenten van de Abwehr I
(spionage). De rapporten werden vrijwel wekelijks uitgebracht en gaven een
betrekkelijk nauwkeurig beeld van de toestand rondom de IJssel en
het grensgebied.
Een
Feindnachrichtenblatt (zie voorbeeld)
werd doorgaans wekelijks of vaker
opgesteld met daarin puntsgewijs de bevindingen van de spionnen/
agenten opgenomen. Veelal werden ook losse
meldingen van agenten en of samenvattingen van meldingen door de Ic
lijn naar de staven van de bataljons gevoerd. Daarnaast stelde de
AST Munster tekeningen en kaarten beschikbaar, bijvoorbeeld
hoogtebepalingen in verband met inundaties, of locaties van voetveren,
pontveren, etc. Logischerwijs werden ook de voorbereide versperringen
uitvoerig beschreven.
< Brandenburger vrijwilligers