Inleiding
Midden in de nacht op 10 mei 1940 rond 2.00 uur Nederlandse tijd stond een groep wielrijders
in Nederlandse uniformen voor een wegversperring in het centrum van Didam. Ze werden onder
schot gehouden door enkele militairen, eveneens in Nederlandse uniformen. De groep liet
zich ontwapenen. Dit opmerkelijke schouwspel speelde zich af vlak voordat Duitsland haar
aanval op Nederland lanceerde; het moment waarop de bezetting 1940-1945 begon.
Hieronder volgt wat daaraan voorafging en waarom deze gebeurtenis zich op dat bepaalde moment op die bepaalde plek voordeed. Als verdieping op het algemene verhaal over de overvalploeg Westervoort staan links in de kantlijn enige verwijzingen, rechts extra informatie op basis van de voetnoten in de tekst.
"Strategische overval"
De Duitse plannenmakers voor Fall Gelb
hadden bedacht om de Nederlandse bewaking bij de bruggen over de IJssel, Maas en het
Maas-Waalkanaal voor X-Zeit te overvallen zodat vernieling van de bruggen werd voorkomen.
Op die manier waren deze bruggen beschikbaar om de in Duitsland wachtende troepen
een snelle doortocht te geven naar Vesting Holland.
Dit scenario lag ook voor Westervoort klaar.
"Camouflage"
Het plan was om de bruggen bij Westervoort nog voor de aanvalstijd veilig te stellen door een "gecamoufleerde"
Duitse rijwielcolonne. De Duitsers vermomden zich als Nederlandse wielrijders,
in Nederlandse uniformen met een Nederlandstalige voorman.
Deze of andere "camouflage" werd bij vrijwel alle bruggen langs de oostgrens gebruikt.
De inzet van Duitse troepen die zich kleden en voordeden als Nederlandse militairen was een
oorlogsmisdrijf.
De keuze voor het gebruik van
Nederlandse uniformen werd gemaakt in de hoogste legerkringen.
Deze overvalgroepen stonden onder commando van de Abwehr; de Duitse inlichtingendienst. De hoogste baas van de Abwehr; Canaris,
maakte bezwaar maar Hitler zelf drukte door.
![]() |
|
![]() |
In alle vroegte op 10 mei 1940 ontvingen alle leden van de
overvalploeg in Elten, onder aan de Elterberg, fietsen,
wapens en munitie aangereikt van SS-ers van Standarte
"Der Führer". Ze reden in colonne richting Beek.
Tussen Beek en Babberich kwamen ze via een achteraf
gelegen zandwegje bij de Duits-Nederlandse grens aan.
Daar werden ze opgewacht door twee in Nederlandse
uniformen gekleedde personen. Na overleg tussen de twee met
de Duitse commandant onderofficier stak de overvalploeg de
grens over en reden ze richting Beek/ Didam.
Omstreeks 1.45 uur (NL tijd
) 10 mei 1940,
ruim twee uur voor X-Zeit,
arriveerde de Duits rijwielcolonne in het centrum van
Didam
Op de Wilhelminastraat, ter hoogte van de Onze Lieve
Vrouwekerk, lag een aspergeversperring met twee wachtposten waarvan sergeant Klaas Kaspers de
wachtcommandant was.
Alerte wachtcommandant
De "commandant" van de groep; sergeant
Verkerk, deed in vloeiend Nederlands het woord. Hij kende het
wachtwoord niet maar verzocht om doorlating omdat hij naar verluid
opdracht had om met deze rijwielpatrouille te reizen via Beek, Didam,
Zevenaar, Duiven, Westervoort naar Arnhem. Hij liet een handgeschreven
briefje zien van kapitein Dijkstra, staf TBO. De alerte Nederlandse
wachtcommandant Kaspers had opgemerkt dat de strepen op het uniform van
Verkerk afweken en dat de groep mitrailleurs droeg die hij niet
kende. Kaspers ging met de zaklamp langs de groep en het geheel
maakte hem achterdochtig.
Hij zocht contact met zijn CC (Compagnie Commandant 2-22 G.B.) in Duiven en al snel werd duidelijk dat er geen marsopdracht was afgegeven. Hij ontving het bevel om de groep te ontwapenen en daadkrachtig op te treden indien dat nodig zou zijn. Inmiddels was de wacht versterkt met de opgetrommelde groepen die nabij in de barak bij het Kerkepad lagen te slapen. Er was grote consternatie want Duitse militairen die zich voordeden als Nederlandse hadden deze mannen niet voorzien.
Ontwapening
Kaspers liet een lichte mitrailleur M20
in stelling brengen en legde de situatie voor aan Verkerk. Hij nam het besluit om de groep
te ontwapenen. Tijdens dit ontwapenen bekeek hij de mitrailleurs met de
kleine gaatjes in de loop nog eens goed. Man voor man leverde zonder commentaar hun wapens in.
Een aantal wakkere burgers stonden te kijken bij dit vreemde schouwspel. Nederlanders die Nederlanders onder schot hielden was natuurlijk betrekkelijk uniek.
Luitenant Koster werd opgetrommeld om 2.15 uur, hij stelde een extra wachtpost in op de landweg om de hoek. Er kwam versterking uit Babberich en er zou een autobus worden geregeld om de Duitse gevangenen naar het Westen weg te voeren.
Wegvoeren
Aangezien vanaf 7 mei elke avond alle bussen van de G.T.W. tot de
volgende ochtend 4.00 uur westelijk van de IJssel werden geparkeerd
en het personeel ter plaatse werd ondergebracht, bleek er geen autobus beschikbaar te zijn. Sergeant Dukers kwam
in alle vroegte met een kleine Ford bestelauto vanuit Westervoort in Didam aan
in de hoop ter plaatse een autobus te kunnen vorderen. Deze autobus werd gevonden bij een ondernemer in de buurt en het ligt
zeer voor de hand dat het een bus van de firma
Morren, Wilhelminastraat 43, moet zijn geweest waarin Dukers de
gevangenen liet instappen. Tijdens dit
instappen loste een Duitser een schot waarna Dukers terugschoot.
De bus reed snel weg, door de nog openstaande versperring
richting Zevenaar op weg naar de commandopost van 22e Grensbataljon in
Westervoort.
Versperring 2176
Ze kwamen echter niet ver want bij
Bomerskolk; object 2176, de tol aan de Tatelaarweg was de brug over
de Wetering door de Nederlanders vernield. Al snel verscheen een
Duitse pantserwagen van het SS Regiment Der Führer met daarop Kaspers
die gedwongen werd met een Nederlandse vlag te zwaaien. De bus kwam
onder vuur van de pantserwagen, chauffeur Roodenburg kon vluchtenen Dukers werd
gevangen genomen. De Duitsers trachtten via een omweg naar Zevenaar
te komen, maar al snel ging men terug naar Didam.
Plan verijdeld
Om 4.45 (NL tijd
) gingen de bruggen van Westervoort
de lucht in, ondanks dat Duitse aanvallers meerdere
ijzers in het vuur hadden om dat te voorkomen.
De mislukte overval was een streep door de Duitse
rekening;
een snelle doorbraak door de IJssellinie en de Grebbelinie
naar het hart van de Vesting Holland via Arnhem was voorkomen.
Nader onderzoek
Uit het KTB (Kriegstagebuch) van het tiende legerkorps blijkt dat bij de groepen Westervoort en Zutphen nog twee Nederlanders betrokken waren. Zij zouden zich hebben onttrokken na contact met een Nederlandse patrouille.
Dit kan echter tot op heden door geen andere bronnen bevestigd worden.
Daarmee blijft ook dit deel van de strijd bij Westervoort onderwerp van nader onderzoek.
(Deze pagina is nog in bewerking. Derhalve zullen, voor zover noodzakelijk, nog aanvullingen en/of correcties volgen.)