Dagboek van sergeant Klaas Kaspers.
(geboren: 15-11-1918; door de Duitsers gefusilleerd op 29-12-1942)
Dagboek vanaf 10 Mei 1940.
10 Mei 1940. 2.45
Duitsche
soldaten vermomd als Nederlandsche soldaten, 28 man, voorzien van een
bewijs getekend door Minister van Dijkshoorn (kapitein Dijkstra, TBO, red.), waar zo ongeveer in
vermeld stond, dat "De Sergeant Verkerk”, (die nota bene
twee dikke Sergeant-majoorchefrons op de mouwen had) van de generale
staf was en een patrouilletocht maakte langs de plaatsen: Beek,
Didam, Zevenaar, Duiven, Westervoort, Arnhem. Worden door de
dubbelpost, welke gevormd wordt door de soldaten P. Smits en een
nieuwe uit Groeze (Groessen, red.), aangehouden.
De
geheele patrouille is voorzien van een rijwiel en houdt zich
opvallend rustig niemand vermoedt, dat hier bedrog gepleegd wordt.
Tot
de inspectie met een zaklantaarn mij de eigenaardige vorm der
mitrailleurs doet opvallen. Mitrailleurs met dunne lopen en gaatjes
aan de zijkanten. Het officiële bewijsje doet mij echter
twijfelen tussen echt of onecht. Ik besluit tot een list en deel de
pseudo "sergeant" mede, dat ik de luitenant wil raadplegen.
Deze
is echter nergens te vinden.
Dan
vraag ik de "Sergeant" of hij "het woord" weet.
Hij antwoordt met de vraag:"Met welk recht vraagt U dat?"
Dan besluit ik om te handelen. Ik geef fluisterend order om alles met
scherp te laden en de mensen met groepjes van drie man tussen de
huizen post te laten nemen.
De
lichte mitrailleur M20 laat ik eveneens met scherp laden en +/- 30
meter van de patrouille verwijderd stelling nemen. Tussen de
bedrijven door heb ik het compagniesbureau gebeld om te vragen of ze
iets van een patrouille afweten. In Duiven weten ze echter nergens
van. Dan besluit ik blunder of geen blunder, de gehele patrouille te
ontwapenen.
Ik
wijs de sergeant op de situatie die ik geschapen heb en geef hem in
overweging om de wapens neer te leggen, daar ik anders onmiddellijk
bevel zal geven om te vuren. De aanvoerder besluit de wapens in te
leveren.
Man
voor man levert dan zijn wapens in. Ik gelast dan, dat de
woordvoerder zijn mensen laat richten en hij commandeert "Zwei
Gelid". Er is nu geen twijfel meer mogelijk. Wij hebben te doen
met Duitse soldaten in Hollands uniform. De Duitse handleiding op een
lichtkogel geeft mij zekerheid daaromtrent. De helmen blijken van
karton te zijn. Inmiddels is er naar het compagniesbureau
getelefoneerd, dat wij 28 krijgsgevangenen hebben gemaakt en of ze
die zo snel mogelijk per auto willen ophalen. Intussen is de
sergeant-majoor van een andere compagnie uit het dorp met enige
mensen komen versterken en Majoor de Neis uit zijn mening door de
vermeende sergeant te vertellen, dat hij zulke chevrons wel eens
beter heeft gezien.
Terwijl
wij op de auto wachten, die de krijgsgevangenen zal ophalen, horen
we in de verte steeds zware knallen. Het is langzamerhand licht en
plotseling zien wij hoog boven onze hoofden een ontzaggelijk groot
aantal vliegtuigen, komende uit de richting Duitsland.
Langzamerhand
begint het tot mij door te dringen, dat wij in oorlog met Duitsland
zijn.
Dan
arriveert een kleine Ford-bestelauto met een sergeant en een
soldaat-chauffeur. Daar de krijgsgevangenen onmogelijk allen in de
auto vervoerd kunnen worden, besluiten wij om de wapenen op de
vrachtauto te laden en voor de gevangenen een autobus te gebruiken.
Als we eindelijk een begin maken met het inladen van de gevangenen,
verschijnt er plotseling, als er nog 8 man ingeladen moeten worden,
een zware Duitse tank aan het einde der straat. Door treuzelen van
de luitenant was er geen tijd om te vernielen.
De
soldaat-chauffeur en de sergeant slagen er in met de bus uit de
voeten te komen. Ik trek met mijn mensen terug tussen de huizen en we
nemen een afwachtende houding aan, daar wij met 12 tirailleurs weinig
tegen een tank kunnen uitrichten.
Ons
lot is spoedig beslist. De tanks rijden voorzichtig op en onder
bedreiging van de tankmitrailleurs worden wij gevangen genomen en
ontwapend. Met soldaat Otten en Kurpershoek word ik bevolen op een
open wagen plaats te nemen en achter de eerste tanks rijden we in de
richting Zevenaar.
Onze
bewakers zijn stoottroepen. Ze zijn gekleed in gecamoufleerde blouses
en helmen.
De
brug bij de Tol "Bomerskolk" is opgeblazen. Wij stoppen,
keren en rijden enkele tientallen meters terug een zijweg in,
richting IJssel. In het begin is er nog sprake van een duidelijk pad,
doch later rijden we door de gerstvelden, tot we ergens op een
onzichtbare hindernis stuiten. Na veel omhaal keren we om en rijden
dezelfde weg, die wij gekomen zijn, weer terug. Bij de Tol moeten wij
uitstappen en in de richting Didam lopen. "Aussteigen, zu Fuss nach
Didam". Onderweg worden we evenwel door de bus, waarin wij de
krijgsgevangenen hadden willen vervoeren, ingehaald en dezelfde, nu
weer op vrije voeten gestelde gevangenen, bevelen nu ons om in te
stappen. In Didam worden we uitgeladen en onder bewaking gesteld.
Tot
elf uur blijven we voor het postkantoor staan. Dan marcheren wij met
6 man onder geleide van een gewapende "Unteroffizier" af richting Beek en
komen na enige uren te Elten aan, waar we een poosje rust krijgen. De burgers overladen
ons met chocolade en sigaretten. Riek stopte me nog een groot pak
chocolade in mijn zak. Particuliere beztittingen bij Roo ? of
Berendsen. Bij Beek zagen we een dode. In de middag worden we
in een vrachtauto gestouwd en komen na enige uren rijden te
Emmerik aan.
Hier
zijn zeker al 3000 Hollanders verzameld. Onder verschillende
officieren bevindt zich onze Kapitein, die mij persoonlijk een hand
geeft en mij feliciteert met iets wat mij nu nog niet duidelijk is.
Wij
worden van voedsel voorzien, brood, boterm worsten vlees in blik.
Na
eenige uren worden alle gevangenen op transport gesteld, en na twee
uren in een goederentrein, met zeventig man in een wagon gestouwd te
hebben gestaan, komen wij in Bocholt aan. Van het station naar het
“Lager”= Concentratie kamp, is ongeveer twee uur lopen.
's Nachts slapen we in een soort grote loods als haringen op elkaar,
op een soort stof en vuil van stroo. Als we 's morgens opstaan zien
we er uit als beesten.
11 Mei.
Wij krijgen koffie en daarna moeten wij aantreden om
verschillende voorwerpen van waarde af te geven, zoals : Geld,
vulpenhouders, messen, enz.
Krijgsgevangen kaarten worden ingevuld (die thuis nooit
ontvangen werden) en we kregen een nummer 30392
12 Mei.
Vandaag komen er veel nieuwe gevangenen waaronder veel
Belgen. Vandaag zie ik sergeant Budel.
13 Mei.
Vandaag speelt een Hollander, die zijn harmonica door
dik en dun meegesleept heeft, verschillende aardige liedjes om de
boel wat op de been te houden. Hij slaagt wonder boven wonder, want
ten slotte zingt iedereen mee.
14 Mei.
Half zes reveille. 11 Uur verlaten wij Bocholt en worden
wer per goederentrein nu met veertig man in een wagon, naar Dorsten
vervoerd.
Om acht uur eindelijk waren wij in barakken ingedeeld.
Hier lag behoorlijk lang stroo en dien nacht sliep ik vrij goed.
15 Mei.
Wij worden in compagnies en vervolgens in groepen
onderverdeeld. Onze sigaretten raken op. Onze officieren zijn
waarschijnlijk in Bocholt gebleven. Vanavond werd er muziek op de
harmonica gemaakt en en ander ging voordragen. Het werd een leuke
avond.
Vannacht van 0.50 – 0.55 uur wordt er in de buurt
van het kamp een of ander object met bommen bestookt.
16 Mei.
Het afweergeschut komt vannacht viermaal in actie bij
een luchtaanval. Het kamp wordt niet getroffen.
17 Mei.
We zijn vandaag precies een week krijgsgevangene. Om
half vijf (Hollandse tijd), worden wij gewekt. Het gerucht doet de
ronde, dat we vandaag naar huis zouden gaan. Tegen negen uur worden
we weer met ongeveer 1000 man in een goederentrein gestouwd. We
vertrekken van Dorsten en passeren Hannover, Dortmund, Bielefeld. De
trein vordert slecht.
In mijn wagon zijn vijftig man geladen. De deuren zijn
gesloten. Twee kleine luikjes, een vooraan en een achteraan dienen
voor de frissche lucht en enkele bevoorrechten kunnen naar buiten
kijken. De bodem van de wagon is bedekt met een dikke laag cementstof
en daarop zitten, liggen of staan wij, omdat er geen ruimte genoeg is
voor ieder.
Ikzelf zit gehurkt, met mijn rug tegen de wand der
wagon. Af en toe moet onze gevangenentrein stoppen voor een of ander
sein en dan is er gelegenheid voor enkele mensen per wagon, om een
dringende behoefte te doen. Zo rijden en stoppen we de gehele nacht
door. Verschillende jongens dutten door de vermoeienissen in, zo goed
en zo kwaad dat kan.
Midden in de nacht passeren we Berlijn en in de morgen
zijn we te Stettin. Om negen uur 's morgens stoppen we in Stargard.
Dit blijkt dan het einddoel te zijn. We zijn allen gebroken door het
schudden en het ongemakkelijke en langdurige verblijf in de wagons.
Vies en goor zien we eruit door de cementstof. Precies 24 uur heeft
dit reisje geduurd.
Na een mars van een uur, belanden we in een groot kamp
(een Stalag). Een dubbele rij prikkeldraad moet er voor zorgen, dat
wij niet kunnen uitbreken.
Komen
we 's nachts in Berlijn aan. Onze bestemming was elders onbekend dus
moesten we terug. We passeerden tenslotte Stettin en belanden 9 uur
's morgens in Stargard zodat we precies 24 uur in de trein
gebivakkeerd hebben.
Elf
uur waren we weer in een Lager ingedeeld; ditmaal onderofficieren en
… apart. De legering is goed en het eten is wat beter dan in
de vorige kampen. Dit kamp is een Stalag (Standardlager) een vast
kamp dus, terwijl de vorige twee Dulag waren, een tijdelijk kamp dus.
Hier
is ook een radioapparaat zodat we nieuwsberichten kunnen horen. Ook
hier liggen een aantal achtergebleven Polen.
19 Mei zondag 10
Half een reveille. Na het eten werden
wij medegedeeld, dat we zouden verhuizen. We namen dus alles mee. Het
bleek weldra anders. We marcheerden het kamp uit en in een kazerne
vlak bij werden we zorgvuldig gefouilleerd. Van enkelen, niet alle
werd de vulpen ingenomen. Voor het papieren gevangenennummer
ontvangen we een metalen herkenningsplaatje. Vingerafdrukken werden
ook genomen.
Twaalf uur warm eten en genoeg. Ik
geloof dat we zondags tweemaal eten krijgen. Een soort kaas geproefd
en vroeg naar bed.
20 Mei, maandag 11
Gewed met jongens +/- 10 man sterk,
op welke datum wij naar huis zouden gaan. De winnaar krijgt van elke
mededinger een pakje sigaretten.
Mijn datums waren 30-31 Mei en 1 Juni
alleen ben ik bang dat ik te optimistisch ben.
Vanmiddag hebben we gebaad en zijn er
weer heel Hollanders bijgekomen, +/- 1700 ?
een Pools krijgsgevangene achter de
tweede prikkeldraadversperring vroeg of ik Hollands geld bij me had
en toen ik een stuivertje over wierp retourneerde hij er ook met een
stuk zeep, een 50 gram stuk, een knoop, een onderbroek, twee klosjes
met naaigaren. Allemaal dingen waar ik hard om verlegen zat. Ook
kreeg ik van een collega een Duitse sigaret. Ik vond er echter niets
meer aan.
21 Mei, dinsdag 12
Geruchten doen de ronde dat we morgen
weer vertrekken. De een zegt naar Warchau, de ander denkt naar
Holland. Ik hoop er echter niet meer op. Vanavond gebeurde er iets
eigenaardigs. De Polen zijn altijd strikt afgezonderd geweest. Nu
echter was het hek open en liep alles door elkaar. We gingen bij de
Polen op bezoek. Kregen sigaretten etc. en hebben lang met ze
gesproken. Ik kon uitstekend met hen overweg.
22 Mei, woensdag 13
De gehele dag rustig, tot vanavond
het bericht per radio kwam, dat we de volgende morgen half 5 gewekt
zouden worden en +/- half 6 na alles ingeleverd te hebben naar
Holland zouden terug keeren. Even later kwam een tegenbericht dat er
morgenochtend vroeg 1200 man onmiddellijk zouden afreizen naar
dringende werkzaamheden.
We zullen maar weer afwachten en eens
kijken hoeveel keer we nog bij de neus genomen zullen worden.
23 Mei, donderdag 14
We zijn hier inderdaad nog. Het zijn
niets dan vage beloften.
Een Pool schatte het horloge van L.P.
Op 120 mark (80 gulden). 's Avonds gaven de Polen een concert dat
buitengewoon goed was: Drie accordions, twee violen en een gitaar.
De viool, een jonge Pool, ontpopte zich als een ware kunstenaar.
Een goochelaar gaf een heel aardig
intermezzo: 's Avonds mijn rommeltje uitgewassen.
24 Mei, Vrijdag 15
Vanmorgen zijn hier 40 Engelsen
bijgekomen. Allen in de buurt van Narvik gevangen genomen. Alle
vaklieden worden uitgezocht en op karwei gestuurd. De Duitsers hebben
groot gebrek aan arbeidskrachten.
25 Mei, zaterdag 16
Vandaag net als de andere. Vanmiddag
was er stokvis buitengewoon goed.
26 Mei, zondag
Twee lui van het Zwitserse
Internationale Rode Kruis hebben vandaag het kamp geïnspecteerd.
Aardappels met zuurkool. Concert van de Polen. Eigen componisten
Borthea (Storm) Voortreffelijk. De zon brengt nieuwe krachten.
27 Mei, maandag
Overpeinzing.
28 Mei, dinsdag
Vanmorgen 7 uur kwam het bericht dat
we heel spoedig nieuws over onze bevrijding zouden horen.
11.oo De generaal majoor commandant
van het Lager deelt ons het bericht van de Fuhrer mede over onze
vrijlating. Het wachten is nu op vervoersmogelijkheden, naar het
Vaderland.
Er heerscht een opgewonden stemming.
We zijn nu dus geen krijgsgevangenen meer doch gasten.
Alleen regen, verveling, exercitie. Kaart
geschreven, ter correspondentie.
29 Mei, woensdag
Niets bijzonders, stokvis.
30 Mei,
Zon zuurkool.
Polen krijgen strafexercitie
afschuwelijk. Krijg sigaret van Henk.
31 Mei Vrijdag Triestig
's Middags toezichthouder op
tentenopslaan.
1 Juni Zaterdag. Stokvis
Brood en margarine. Downstemming
Geruchten en nog eens geruchten.
2 Juni, zondag
Vanavond gaf een Pool, een
krachtmens, een paar krachtproeven te beste. Beet een bijna
centimeter dikke spijker door, enz.
Daarna worstelwedstrijd tussen de
Hollander van Brasem en de Pool. J. van Brasem won.
3 Juni maandag
Bewegingsvrijheid in gedeeltelijk
toegestaan van 150 man per man en van 's avonds 6 – 9.
4 Juni dinsdag
Duizenden Franse soldaten komen hier
aan. Ook Marokkaanse troepen. De zwarten zijn alleen met een stok te
regeren.
Voor de eerste maal een latrine
gebruikt.
5 Juni woensdag
Deze dag zouden we weer eens
vertrekken. Bijeenkomst alle Hollanders op het voetbalveld. Een der
laatste pogingen om ons vast te houden 50 t kapt.(??) De Hollanders
zijn verhuisd naar een kazerne alwaar we in garages gelegerd worden.
In het kamp is het niet uit te houden met de Marokkanen.
6 Juni donderdag
Goed geslapen. Geen nieuws.
7 Juni vrijdag
Vanmorgen bericht dat we zaterdag
absoluut naar Holland gaan. Alle voortekenen zijn goed. We zullen
hier afgeschreven worden en over Oldenzaal naar Holland gaan. Het
Hollandse kamp is geestdriftig. Het is woensdag 4 weken geleden dat
we gevangen genomen zijn. Wat zullen we in Holland vinden ??
8 Juni zaterdag
Half vijf alles paraat en het gehele
kamp opgeruimd.
8 uur alles aangetreden. Als een
donderslag bij heldere hemel wordt ons medegedeeld dat het vertrek
wederom door omstandigheden uitgesteld zal worden. Overal
ontmoediging en verslagenheid.
Samen met S....... (??) voer ik nu het
commando over 28 man.
2 uur aantreden, en we kregen orden
om alles in te leveren. Per man krijgen we een brood en een stuk
wordt en vijf uur marcheerden we naar het station af. Zes uur waren
we allen ingestapt met veertig man in een wagon waar banken in werden
geplaatst, alles heel behoorlijk. Zullen we nu toch naar Holland gaan
? Het is bijna niet te geloven.
9 Juni zondag
Het is inderdaad waarheid. Op het
ogenblik staan we in Bentheim voor de Nederlanse grens. We hebben het
best gehad in onze wagon. De reis was geweldig lang maar niet zo
somber als de heenreis. Van slapen kwam niets want het was koud. Maar
de stemming kon niet bederven. Onderweg kregen we koffie van
verpleegsters. Iedereen zwaaide en iedereen zwaaide terug. De wagons
hebben ze met bloemen versierd.
Sommige woorden in het dagboek zijn niet goed leesbaar. Daar waar
geen aanknopingspunten konden worden gevonden, staan .....