Infanterie Grensbataljon staf (39 man)
|
Infanterie Grensbataljon staf
|
|
Commandogroep, bataljonscommandant, adjudant, kapitein toegevoegd
2 sergeanten toegevoegd, adjudant onderofficier administrateur, sergeant tamboer, 4 ordonnans, paardenoppasser (12 man)
|
|
|
|
Verbindingsafdeling, 1
commandant, 1 plv commandant, 1 chauffeur, verbindingsauto (4 man)
|
|
|
|
Geneeskundige
groep, 1 bataljonsarts, 1 ziekenverzorger, 1 ziekendragers (3 man)
|
|
|
|
Administratieve
groep, Luitenant, SMA, sergeant toegevoegd en fourier (4 man)
|
|
|
|
Keukentrein, 1 menagemeester, 1 kok, 2 bijkoks (4 man)
|
|
|
|
Detachement motorvoertuigen, 1 commandant, 2 motorrijders, 2 chauffeurs personenwagen, 4 chauffeurs vrachtwagen (9 man)
|
|
|
|
Specialisten groep, 1 rijwielhersteller, 1 geweermaker en 1 mitrailleurhersteller (3 man)
|
|
|
|
Bij de staf van een grensbataljon was de gewenste personele bezetting (organieke sterkte) als volgt:
Commandogroep:
Bataljonscommandant:
Aan het hoofd van een Grensbataljon stond doorgaans een beroepsofficier, bij voorkeur een
majoor.
Adjudant:
De commandant had een adjudant, meestal een
luitenant 2e klasse. Zijn taak was de commandant in het veld bij te staan.
Kapitein toegevoegd:
Bij de commandogroep was een toegevoegd officier, meestal een
kapitein.
Adjudant onderofficier administrateur:
Bij de commandogroep was een onderofficier administrateur, meestal een
adjudant onderofficier.
Sergeant toegevoegd 1:
Bij de commandogroep waren twee toegevoegd onderofficieren, meestal
sergeant.
Sergeant toegevoegd 2:
Bij de commandogroep waren twee toegevoegd onderofficieren, meestal
sergeant.
Tamboer:
Bij de commandogroep was een tamboer, meestal
korporaall, soms een
sergeant.
Motorordonnans:
Er waren twee motorordonnansen voor het per motorfiets overbrengen van berichten wanneer de telefonische en telegrafische verbindingen wegvielen, meestal een
soldaat, soms een
korporaal.
Ordonnans:
Er waren twee Ordonnansen voor het overbrengen van berichten wanneer de telefonische en telegrafische verbindingen wegvielen, meestal een
soldaat, soms een
korporaal.
Paardenoppasser:
De commandant had een meestal een eigen paard. Het paard had een eigen oppasser die het paard verzorgde.
Verbindingsafdeling
Luitenant commandant:
De commandant van de Verbindingsafdeling (VbdA) was meestal een
luitenant eerste klasse, soms
luitenant tweede klasse.
Plaatsvervangend commandant:
De platsvervangend commandant van de Verbindingsafdeling (VbdA) was een onderofficier, doorgaans een
sergeant.
Sergeant toegevoegd:
Aan de Verbindingsafdeling (VbdA) was meestal een tweede onderofficier verbonden, doorgaans een
sergeant.
Chauffeur met verbindingswagen:
De Verbindingsafdeling (VbdA) van de staf van het Grensbataljon had een eigen wagen waarin de verbindingsmiddelen konden worden vervoerd.
Deze was afkomstig van het detachement motorvoertuigen van de staf. De chauffeur was
meestal een
soldaat, soms een
korporaal.
Geneeskundige groep
Officier van gezondheid 2e klasse:
De commandant van de Geneeskundige groep was meestal een Officier van gezondheid 2e klasse.
Ziekenverzorger:
Aan de geneeskundige groep was een ziekenverzorger verbonden.
Ziekendrager:
Aan de geneeskundige groep was een ziekendrager verbonden.
Administratieve groep
Luitenant commandant:
De commandant van de Administratieve groep was meestal een
luitenant eerste klasse, soms
luitenant tweede klasse.
Sergeant majoor administrateur:
Aan de administratieve groep was een sergeant majoor administrateur verbonden.
Sergeant administrateur:
Aan de administratieve groep was een sergeant administrateur verbonden.
Fourier:
Aan de administratieve groep was een fourier verbonden, meestal een
sergeant fourier.
Keukentrein
Sergeant commandant:
De commandant van de keukentrein was meestal een
sergeant menagemeester.
Kok:
Aan de keukentrein was een kok verbonden, meestal een
soldaat, soms een
korporaal.
2 Bijkoks:
Aan de keukentrein waren twee bijkoks verbonden, deze waren meestal
soldaat, soms
korporaal.
Detachement motorvoertuigen
Sergeant commandant:
De commandant van het detachement was meestal een
sergeant.
2 Motorrijders:
Aan het detachement motorvoertuigen waren twee motorrijders verbonden, meestal
soldaat, soms
korporaal.
2 Chauffeurs personenwagen:
Aan het detachement motorvoertuigen waren twee chauffeurs personenwagen verbonden, meestal
soldaat, soms
korporaal.
2 Chauffeurs vrachtwagen:
Aan het detachement motorvoertuigen waren twee chauffeurs vrachtwagen verbonden, meestal
soldaat, soms
korporaal.
Specialisten groep
Bij de specialistengroep waren de technisch gspecialiseerde militairen verbonden, waaronder:
De rijwielhersteller,meestal
soldaat, soms
korporaal.
De geweermaker,meestal
soldaat, soms
korporaal.
De mitrailleurhersteller,meestal
soldaat, soms
korporaal.