Bij de geboorte was zijn vader (Julius) ijzerhandelaar en Nederlands consul
in Düsseldorf. Op vijfentwintig jarige leeftijd (in 1908) werd hij
op voorspraak van zijn vader tot vice-consul benoemd.
In 1911 trouwde hij met Marie Louise von
Schütz, haar vader was een goede bekende van
prins Hendrik, echtgenoot van destijds koningin Wilhelmina. In 1920 werd hij
bevorderd tot Nederlands consul in Kleef. Die functie gaf hij op toen
hij in 1924 naar Nederland vertrok. Geboren als zoon van Duitse
ouders werd hij op 30 december 1924 op zijn verzoek genaturaliseerd
tot Nederlander. Hij woonde toen in Nijmegen en vestigde zich later
van 23-11-1929 tot 11-5-1935 als rentenier in Den Haag aan de
Prins Mauritslaan 95.
In augustus 1933 sloot hij zich aan bij de NSB.
Toen hij zich op verzoek van Mussert op 11 mei 1935 weer in zijn
geboorteplaats Düsseldorf vestigde
, werd hij eerst
gewestelijk organisatie-inspecteur van de NSB en in 1937 gemachtigde
voor alle in Duitsland wonende NSB'ers. Hij vervulde die functie naar
tevredenheid waarbij hij vele kringen en groepen van de NSB in Duitsland
bezocht. De toename van het aantal Nederlanders in Duitsland zorgde ook
voor een toename van het aantal leden.
Na de wetswijziging van Goseling werd formeel de band met de NSB verbroken.
Na 20 mei 1939 echter was de
NSBND
losgekoppeld van de NSB. In de praktijk
was er regelmatig contact en overleg.
Herdtmann was vanaf dat moment geen gemachtigde
van de leider van de NSB meer, maar leider van de zelfstandige
NSBND
. Deze beweging kende, net als de NSB enkele hoofdafdelingen en was
verder regionaal ingedeeld in kringen en de kringen weer in
groepen. Elke kring en elke groep had een eigen ordedienst/
weerdienst die verantwoording schuldig was aan de leider
van de Afdeling Sport en Spel van de "nieuwe"beweging;
Hubert Koehler.
Op 14 november 1939 werd Herdtmann in Berlijn
ontboden bij het hoofd van de Abwehr II,
Arnim Lahousen. De inhoud van
de bespreking is niet bekend maar Herdtmann bood een aanzienlijk aantal
van zijn leden aan voor de taak die
Lahousen
in gedachten had.
Die dag stuurde hij een bericht aan de leider van de afdeling Sport en
Spel;
Hubert Koehler
. De boodschap luidde: "Roep de S&S leden van kring 4
op voor een alarmoefening op 19 november 1939". Als contactpersoon werd
Wilhelm Bodens aangewezen.
Herdtmann was aanwezig bij het gesprek tussen Abwehr II en Mussert in de tweede helft
van december 1939 in Den Haag op de Floris Grijpstraat 31. In de periode tot de inval
van 10 mei 1940 belegde hij een aantal bijeenkomsten om leden te werven voor
deze specifieke opdracht. Zijn rol hierin was actief. Tevens trad hij met regelmaat in overleg
met Bodens (contactpersoon van Abwehr II) en Mirow van de Abwehrnebenstelle Keulen.
Hij ging er vanuit dat Duitsland Nederland ging bezetten om Mussert aan de
macht te helpen. Hij zou dan namelijk in het te vormen kabinet van Mussert
een ministerspost krijgen, zo was de afspraak.
Hoe anders zou het lopen. Eind 1940 ontstond er zoveel weerstand binnen de
NSB, vooral op instigatie van J. Visser; kringleider van Berlijn, dat Mussert
begin 1941 besloot om Herdtmann eerst te vervangen als gemachtigde en hem later
zelfs uit de NSB te zetten. De weerstand hield verband met de inzet van
Nederlanders (NSB'ers) bij de inval in 1940.
Later zou hij met hulp van Rauter trachten om de burgermeesterspost in Apeldoorn te bemachtigen, hetgeen mislukte.
Naoorlogs oordeelde het Bijzondere Gerechtshof te Amsterdam in 1950 dat zijn daden, met name die hadden geleid
tot de inzet van Nederlanders bij de inval op 10 mei 1940, zodanig ernstig waren dat
daarvoor de doodstraf passend werd geacht. Dat oordeel was gelijk aan het oordeel in eerste instantie.
Een gratieverzoek van Herdtmann bleef lang bij de toenmalig Koningin Juliana liggen. Uit de notities van de destijds
verantwoordelijke minister A.A.M. Struycken blijkt dat Juliana moeite had met de doodstraf en enige argumenten
aanleverde maar dat de minister voor wat betreft de gratie aan Herdtmann geen politieke verantwoordelijkheid
wilde dragen.
Op 26 januari 1951 werd hij gefusileerd.
(Deze pagina is nog in bewerking. Derhalve zullen, voor zover noodzakelijk, nog aanvullingen en/of correcties volgen.)