Overzichtskaart Didam 10 mei 1940, I =
Notarishuis van Romondt, II = Wachtlokaal, III = Café Het
Zwijnshoofd, IV = W. Nova, V = B. Nova, VI = J. Nova, VII = Café
Looman, VIII = Manschappenbarak, IX = Postkantoor, A =
Wegversperring Oranjestraat, B = Wegversperring Lieve Vrouweplein, C
= Duitse overvalploeg in Nederlandse uniformen.
In het
centrum van Didam bij de Onze Lieve Vrouwekerk was in de aanloop
naar de meidagen 1940 een dubbele wegversperring aangelgd;
objectnummer 2148
in het Nederlandse verdedigingsplan. De versperring zou bij een
grensoverschrijding de opmars van de vijand moeten hinderen en zodanig
vertragen dat de Nederlandse troepen bij de IJssel voldoende tijd
hadden om de verdediging voor te bereiden.
De
aspergeversperringen bestonden uit zware betonnen balken die zodanig
in het wegdek waren geplaatst dat de bovenkant daarvan op gelijke
hoogte met het wegdek lag. In deze balken waren op gelijke afstanden
gaten gemaakt waar de metalen palen in konden worden geplaatst. In
vredestijd waren de gaten afgesloten maar op 9 mei 1940 waren de
palen in de gaten gesteld en konden door het doorknippen van een
ijzerdraad worden verankerd zodat ze niet gemakkelijk uit het beton
konden worden getrokken. Teneinde verkeer door te laten was een deel
van de palen niet gesteld. Op die plaats was een slagboom
aangebracht.
De
eerste versperring lag over de Oranjestraat ter hoogte van het
postkantoor. De andere ongeveer 60 meter verderop op het Lieve
Vrouweplein ter hoogte van de notariswoning aan de ene kant en de
bakkerij van Nova aan de andere kant. De tuinmuur, tussen de twee
versperringen in, was aan de straatkant verstevigd.
Omstreeks
1.45 uur waren soldaat P. Smit en een (nieuwe) soldaat uit
Groessen aangewezen om wacht te lopen in het gebied tussen de twee
versperringen; een zogenaamde dubbelpost.
Er
verscheen een groep fietsers bij de dubbelpost gehuld in Nederlandse uniformen.
Een Nederlander benaderde de wachtpost met het verzoek te mogen passeren.
Op dat moment was
sergeant Klaas Kaspers
wachtcommandant. Kaspers was commandant van een groep van 10 manschappen.
Hij zat, waarschijnlijk met een soldaat, bij de telefoon in het wachtlokaal;
de kleine opkamer bij binnenkomst van het café Zwijnshoofd aan
het Lieve Vrouweplein 4 direct aan linkerkant.
De
wachtpost kon de wachtcommandant gemakkelijk waarschuwen door op het
raampje van de opkamer te tikken, dan wel door even naar binnen te lopen.
Het eerste was het meest gebruikelijk.
Luitenant
Koster; de commandant van de sectie van ongeveer 30 man, had een kamer in het Zwijnshoofd gekregen waar hij
rustig lag te slapen.
De
rest van de troep, ongeveer 13 man, lag ook te slapen. Zij sliepen in een houten barak achter de
bakkerij van B. Nova. In de barak was de lichte mitrailleur van de groep
opgeslagen.
Bronnen:
- De Krijgsverrichtingen ten Oosten van
de IJssel en in de IJssellinie, mei 1940
- Bezetting en bevrijding van Didam,
1940-1945, Oudheidkundige Vereniging Didam, Jaargang 1995, nummer 10
- Dagboek Klaas Kaspers
- Dagboek Henk Vernij
Centrum van het dorp Didam.
Meer over Didam, kijk
hier
, op de site van Chris van Keulen
> Personele sterkte NL