Nederlandse uniformen voor overvalploeg


Mogelijk Siegfried Grabert in het Nederlands uniform van de politietroepen bij Roosteren. Het uniform heeft chevrons/ bananenschillen die breder lijken te zijn dan te doen gebruikelijk, de nestels lijken lager te zijn bevestigd aan de veldjas en ook de kinband lijkt breder dan normaal. Foto: NIMH Beeldbank


Inleiding
Een consequentie van de orders van Hitler was dat er Nederlandse uniformen moesten komen. Naarmate het aantal en de grootte van de overvalgroepen toenam, nam ook het aantal kledingstukken dat noodzakelijk was toe.

Tsjechisch uniform
Corie Pouw verklaarde dat bij de overvalploeg in Didam aangepaste Tsjechische uniformen zijn gebruikt die door moesten gaan voor Nederlandse model-uniformen. Na de inval in Tsjecho-Slowakije was er een overvloed aan uniformen beschikbaar. Het Nederlands uniform uit de periode 1938/1939 toonde op bepaalde punten opmerkelijke gelijkenis met het Tsjechische. De uniformjas was van een soortgelijke ruwe stof als de bekende Nederlandse model-veldjas het verschil was vooral de kleur [het Nederlandse was grijs en het Tsjechisch uniform meer bruin/groen]. De broek en puttees waren feitelijk ook alleen wat betreft kleur verschillend, zo ook de overjas. Wanneer de Tsjechische overjas werd ingekort, grijs gekleurd en de distinctieven werden verwijderd, leek het sprekend op de Nederlandse wielrijdersjekker.

Aanpassingen
Het lijkt dus niet al te moeilijk te zijn geweest om een Tsjechisch uniform zo aan te passen dat het door kon gaan voor een Nederlands exemplaar. De Nederlandse helm moet een groter probleem zijn geweest. De helm M27/ M34 toonde weliswaar qua vorm veel gelijkenis met de Roemeense helm, maar die zullen op dat moment ook niet gemakkelijk voorhanden zijn geweest. Als alternatief was een aantal helmen van papier-maché gemaakt die voor Nederlands door moesten gaan.

Tenslotte vormden de distinctieven (onderscheidings- en herkenningstekens) natuurlijk een uitdaging. Zo had een sergeant bijvoorbeeld op de mouwen dunne chevrons, ook wel bananenschil genoemd. De sergeant-majoor- strepen van Aninga (alias sergeant Verkerk!!) waren veel dikker dan te doen gebruikelijk en datzelfde lijkt ook bij andere nep-uniformen het geval te zijn geweest.

De Nederlandse wielrijders gebruikten een kenmerkende, groen-geverfde dienstfiets met rood-wit-blauw balhoofd. Elke fiets die op die manier was geschilderd werd beschouwd als Nederlandse dienstfiets. De fiets in combinatie met het bovenstaande uniform, de schoenen, het bokkentuig en de patroontassen leverde een bijna volmaakte "Volltarnung" op.

Volltarnung
Onder "Volltarnung" (volledige camouflage) werd in deze dus verstaan dat Duitse militairen zich voordeden als militairen van de tegenstander.

Eind oktober 1939 ontving Wilhelm Canaris, een opdracht van Keitel . Hij moest in Nederland militaire uniformen ophalen, met name van marechaussees en politietroepen. Canaris maakte scherp bezwaar waarop Keitel repliceerde “Der Führer hat's befohlen!” Er was haast bij, want A-Tag Fall Gelb (aanvalsdag Westfeldzug) was op dat moment bepaald op 29 november 1939. Het materiaal diende als voorbeeld voor de in Duitsland te vervaardigen Nederlandse uniformen.

Uniformsmokkel
Canaris gaf op zijn beurt weer opdracht aan Oberst Otto Schmitt , commandant van de Abwehrstelle Münster . Schmitt riep op 27 oktober 1939 zijn medewerkers Major Ernst Marquardt, Oberleutnant Richard Gerken en Oberleutnant Berger bij zich. De orders werden gegeven en de taken verdeeld. Ook Nebenstelle Düsseldorf, Nebestelle Keulen en Kriegsorganisation Niederlande zullen hoogstwaarschijnlijk bij de activiteiten rondom de uniformen zijn betrokken. Het smokkelen van Nederlandse uniformen verliep echter niet geheel onopgemerkt.

Gedurende de periode november 1939 tot mei 1940 waren er veel incidenten die gelinkt kunnen worden aan de Duitse wens over Nederlandse uniformen en/of uitrustingsstukken te beschikken. Deze incidenten werden uitvoerig in de Nederlandse media beschreven.

De bekendste zaak was wel die van 2 november 1939 bij Denekamp, algemeen wel “de uniformsmokkel” genoemd. De affaire haalde de nationale en internationale pers, wat weer leidde tot een woede-uitbarsting van Hitler op 20 november 1939. Dat weerhield de Duitse Abwehr er niet van het nodige te verzamelen en te gebruiken, want op 10 mei 1940 waren bij minstens 17 acties van de Duitse Abwehr II Nederlandse uniformen gebruikt, waaronder die van infanteristen, politietroepen, marechaussee, en spoorwegbeambten.


Datum

Plaats

Wat

Personen

2 nov 1939

Denenkamp/A’dam

Diverse uniformen

Albrink Jr.




Ab Van Olst




Emile Lalieu




M.J.M. Gemmeke

8 nov 1939

Arnhem

Militaire Politie nestels en kepie

Alfons Leifert

15 nov 1939

Kerkrade

Delen uniform

W.R. uit Kerkrade




H.R. uit Herzogenrath

17 nov 1939

Doesburg

Uniform onder kleding

W. uit Doetinchem

27 jan 1940

Moerdijk

Uitrustingsstukken

Onbekend

14 mrt 1940

Nijmegen

Kleding en verbandmiddelen

Hospitaalsoldaat

15 mrt 1940

Sittard

militaire kleedingstukken

2 militairen

en 2 burgers




J. als militair




A. als militair




D. uit Sittard




R. uit Nieuwstad





(Deze pagina is nog in bewerking. Derhalve zullen, voor zover noodzakelijk, nog aanvullingen en/of correcties volgen.)





De Tsjechisch veldjas leek erg op het Nederlandse nieuwe model tenue en leende zich om met enkele aanpassingen om voor een Nederlands uniform door te gaan.



Helm van karton/ papier mache zoals die door de overvalploeg werd gebruikt. Foto: NMM



Nederlands uniform 1940, foto: betuwsoorlogsmuseum.nl




Groene fiets met rood/wit/blauw balhoofd. Foto: NMM





CABR 67 Pouw (Bijzondere Raad van Cassatie, dossier 54/50)

Karl Heinz Abshagen: Canaris, Patriot und Weltburger, p. 238.

Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945, deel 2., p. 73 e.v. en Loe de Jong, De Duitse Vijfde Colonne in de Tweede Wereldoorlog, p. 230-231


Alle deelnemers van de overvalgroep maakten zich schuldig aan schending van art. 23 van het oorlogsrecht/ Landoorlogreglement "onrechtmatig gebruik maken van de militaire onderscheidings-teekenen en de uniform van den vijand" (tekst 1907).
In een latere fase van de oorlog werd deze strijdwijze ook door andere belligerenten gehanteerd. De schaal en het vooraf goed-georganiseerde karakter van de schendingen waren in mei 1940 ongekend. Opvallend is dus dat juist vanuit de hoogste laag in de bevelstructuur doelbewust de keuze voor de schendingen werd gemaakt.


< Richard Gerken was verbonden aan IIIF van AST Münster en leiter van MK Nord.